DE KERKUIL IN OOST-ZEEUWS-VLAANDEREN stormschade die door bomen zelf direkt werd veroorzaakt is daarom, in zijn algemeenheid, geen reden om nu maar te pas en te onpas allerlei bomen te gaan vellen TEÏSLOTTE. 5a de opsomming van gegevens kunnen enkele opmerkingen gemaakt worden: 1. hoge bomen vangen veel wind en voorkomen daardoor juist veel schade 2. veel schade aan bomen kon gerelateerd worden aan het voorkomen van parasitaire schimmels 3. het voorkomen van para sitaire schimmels kon vaak gerelateerd worden aan foutieve of te drastische snoeimaat- regelen in het verleden 4. dé boom voor houtteelt bij uitstek, de Populier, werd zeer veel getroffen door stam- of takbreuk 5. knotbomen, zelf de zeer oude en totaal ingerotte exemplaren, overleefden zonder problemen de storm, 1n enkel exemplaar uitgezonderd 6. het wegwerken van achter stallig onderhoud aan oude hoogstamfruitbomen blijkt in dit verband uitermate nuttig te zijn. Vij hopen met dit verslag enige duidelijkheid te brengen om trent de stormschade aan bomen in onze streek. Vaar mogelijk zou het bijzonder interessant zijn om de omgewaaide of beschadigde bomen gewoon te laten staan, liggen of hangen. Luciën Calle Johan Calle, Beethovenstraat 13, 4536 AG Terneuzen (het volledige rapport is op te vragen bij het secretariaat) door Frank Terstappen Onder het motto: "Een goed begin is het halve werk" wil ik jullie verslag uitbrengen over de voortgang van de Kerkuil (Tyto alba) in Oost Zeeuws-V 1aanderen In Nederland is het aantal Kerkuilen de laatste dertig jaar dramatisch achteruit gegaan. De grootste klap viel in de strenge winter van 1963. Het aantal broedparen daalde van omstreeks dreiduizend tot enkele tientallen. Onder normale omstandigheden kunnen vogels zich in de loop der tijd wel herstellen van dergelijke klimatologische omstandigheden. Het aantal Kerkuilen- echter is in ons land gedurende vele jaren blijven steken op zo'n twee a driehonderd paar.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 21