Jij hebt je met bijna alle werkgroepen persoonlijk bemoeid en daar heb ik enorme bewondering voor! Wat een tijd moet dat gekost hebben! Vooral op het gebied van de planologie was jouw inzet formi dadel en ik denk dat dat ook het be 1 angrijkste is voor onze vereniging. Planologie is het terrein waar afwegingen plaats vinden en voor ons is de inspraak het instrument om de belangen natuur en landschap officieel naar voren te brengen. De Steltkluut heeft een einddoel: zichzelf overbodig maken omdat er geen behoefte meer is aan de inspanningen en aan de zorg omdat die vanzeifsprekend in de gemeenschap zijn ingeburgerd. Bovenstaande kan ik' gelukkig illustreren aan een echt! voorbeeld: de knotwilg. Begin jaren 70 dreigde de knotwilg uit ons landschap te verdwijnen door gebrek aan onderhoud en de bestaande 'opruimwoede' bij het schonen van de sloten. Dat heden ten dage nog veel knotwilgen het landschap sieren is voor een belang rijk deel te danken aan de aktiviteiten van de Steltkluut. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we dat niet alleen gedaan hebben maar we hebben wel voor elkaar gekregen dat het behoud van de knotwilg door zowel partikulieren als instellingen ter hand is genomen en dat de knotwilg zo populair gemaakt is dat hij niet meer uit ons landschap weg te denken is. Als het met onze andere idealen ook eens zo mocht gaanZover zijn we echter nog lange niet, het is dan ook zaak dat we op de bres blijven staan. Advokaat te zijn voor de natuur, voor vogels, planten, vlinders enz. die niet een taal spreken die door iedereen verstaan wordt maar slechts door enkelen die ook in staat zijn om deze signalen te versterken richting maatschappij. Deze maatschappij moet wijs gemaakt worden dat er meer is dan alleen maar ekonomische maatstaven en steeds meer mensen raken daar gelukkig van doordrongen. In deze strijd, Peter, hopen we jou nog vele jaren aan onze zijde te zien, niet meer als bestuurslid helaas, maar als natuurvriend voor altijd! Bedankt! 74

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 18