IDE ZWAL IJ WT J E S Door J. Hamelink. Ze zaten daar zo naast elkaar met z'n viertjes; broertjes en zusjes, dat was voor mij verder niet te zien. Zelf zullen ze dat wel weten. Ze zaten daar zo allemaal in het zwarte pak met hun witte shirtje eronder, een klein beetje in elkaar gedoken, nauwlijks een kopje verdraaiend net alsof ze het niet koud hadden. Tot vader of moeder zwaluw met een bek vol insekten komt aanvliegen dan zie je ze opeens uitrekken, hun kopje opsteken en wat pieptoontjes uitslaan om vaders of moeders aandacht te trekken, die al fladderend hun buit overdragen. Prachtig om te zien en zodra de oudjes weer weg vliegen duiken ze gelijk weer in elkaar, als standbeeldjes. /*C Nu at nummer twee op de eerste plaats en nummer een zat nu tweedes. Dit was blijkbaar ook zijn bedoeling want het werd gelijk weer rustig in het groepje, totdat.Totdat vader of moeder weer aan kwam vliegen. Nu werd ik heel nieuwschierig: wie zou er nu te eten krijgen Nummer twee was aan de beurt, maar die zat nu op de plaats van nummer een. Ja, je gelooft het niet, maar nummer twee, die nu eerst zat, kreeg het maaltje. Nummer een had het nakijken. Deze ging weliswaar flink tekeer, maar hij kreeg echt niks. Je zou toch zeggen, voor ons ziet iedere zwaluw er hetzelfde uit. De zwaluwen zelf weten kennelijk wel beter! Het bleef spannend. De volgende voederbeurt zat er aan te komen. Zou onze vle(u)gel nu wat krijgen, of, als mijn vermoeden juist was, dan zouden ze nu nummer twee overslaan en nummer drie z'n portie voer geven. De spanning steeg. Als je enkele minuten moet wachten tot een van de ouders weer komt aanvliegen, dan lijken het wel uren. En ja hoor, na een sierlijke draai, zwaluws eigen, komt de volgende muggenvracht er aan: nummer drie. Ja werkelijk, nummer drie! Twee werd doodeenvoudig overgeslagen. Dan nog maar eens even wachten en ja hoor, nummer vier. Prima, het rijtje was weer rond. Maar wie volgt er dan, want nummer een zit op de tweede plaats, dus die zou eigenlijk Ja, zo zat ik rustig op een zomerdag in m' n stoel naar die jonge zwaluwen te kijken die tien meter van mij vandaan op een draad zaten en die, dat was het mooie, om de beurt door vader of moeder werden gevoerd. Was nummer een geweest dan kwam twee, dan drie en tenslotte nummer vier. Dat ging zo misschien wel 20 minuten door en ik zie het nog voor me. Nummer een had net z'n maaltje muggen en dergelijke ontvangen of hij werd op een heel andere manier aktief. Hij dook niet in elkaar zoals steeds, nee deze jonge heer of vrouw pikte naar nummer twee en probeerde zo op diens plaats te komen, en met succes. 75

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 19