Bruine Kiekendief In Saeftinghe overwinterden 11 vogels. Het betroffen onvolwassen vogels en enkele vrouwtjes, üp 25-1 overnachtten in de Vlaamse Kreek 2 ex. Waren dit dezelfde vogels als die in Saeftinghe (MC8<RR) Ook in februari werden nekel vogels aan de Vlaamse Kreek gezien (TY). Eerste trekkers: 11-3 2 De Vogel (BG) en op 11-3 12 vogels in Saeftinghe o.a. 2j (MC&WW). Op 18-3 werden reeds 5<? en 19$ op de slaapplaats in Saeftinghe gezien.. Verder werden er in maart nog 8 vogels gezien. Kleine Plevier In maart werden 18 vogels gezien. De eersten op 26-3: 1 Koudenpolder (JP) en 1 Braakman Zuid (HC). Tot' begin mei trokken vogels door: 4-5 l-»Zandplaat (MC&JP) Strandplevier Voor het eerst in maart terug. Vanaf 28-3: 7 Zandplaat (HC); 31-3 1 paar Braakmanhaven (MC). Op 9-4 reeds 18 ex. aanwezig op de Zandplaat (JP). Oever 1oper Dankzij de zachte winter werden er weer overwinteringen vastgesteld. Langs het kanaal van Gent naar Terneuzen overwinterden 2 vogels tesamen (MC&AW). Doortrek vond plaats vanaf 16-4 1 Sas van Gent (HC) en 19-4 1 Boschkreek (AW). Reqenwulp Tot en met 24-12-88 werd een vogel gezien in de Braakman. Dit tot zo laat in het jaar blijven van deze soort in West-Europa is zeldzaam. Eerste doortrekkers werden gezien op 14-4 1 aSpaar bek kens (HC) en 15-4 3-»Saef t i nghe (HC). Eind april kon de soort op vele plekken worden waargenomen. Op 1-5 sliepen er 564 vogels bij Paal in Saeftinghe JP&MC&EMRond die tijd werden ook op de slaapplaats te Paulinaschor zo'n 1000 vogels geteld (HC). Groenpootrui ter Ook deze soort overwinterde deze winter in 0ZV1. En wel in de Braakman: 1 ex. (HC&MC). Op 31-3 werd de eerste trekker gezien aan het Paulinaschor (MC). Betrof het hier dezelfde vogel als die van de Braakman? Op 1-4 1 Achterste Kreek (HC). Daarna pas weer vanaf 16-4 (normale data). In 1990 wordt ook de Zwarte Ruiter meegenomen in ons onderzoek. Deze soort is een exclusieve overwinteraar voor ons gewest. Nergens anders in Nederland overwintert deze soort rege1 mat i g 79

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 23