119 Het was opvallend dat Kwartels in graanvelden zich vaak ophielden in de nabijheid van vegetatieovergangen. De zangposten bevonden zich vaak op zo'n vijf tot tien meter van de wegberm of slootkant. Waarschijnlijk foerageren ze ook in de qua vegetatie gevarieerde bermen en slootkanten. Aardappel- en suikerbietpercelen scoren in beide gebieden het op een na hoogste percentage. Ook hier zal het hoge percentage van 30 tot 35 die deze hakvruchten over het landbouwareaal innemen, van invloed zijn. Evenals bij granen vindt tijdens het groeiseizoen weinig verstoring plaats door landbouwactiviteiten. Voor grasland en overige biotopen liggen de vergelijkingen van de percentages omgekeerd evenredig. Het lage percentage zal te wijten zijn aan onder andere de natte en of zilte omstandigheden van de graslanden in Zeeuwsch Vlaanderen. Ook worden graslanden vaak te intensief beweid. Van de overige biotopen scoort vooral vlas redelijk hoog, namelijk 9 Voor vlas gelden ook dezelfde gunstige omstandigheden als genoemd bij granen. SCHATTING VAN AANTAL TERRITORIA IN 1989 Voor het zomerseizoen van 1989 is voor Zeeuwsch Vlaanderen een aantal schatting gemaakt op basis van een inventarisatie binnen een begrensd gebied (zie kaart, fig. 3). De bodem van dit polderlandschap bestaat hoofdzakelijk uit zavel en lichte klei. Het grondgebruik is overwegend akkerbouw en diverse gewassoorten als tarwe, vlas, graszaad, aardappel en suikerbiet werden verbouwd. Ook liggen enkele kreken en kreekresten in het gebied. Alle territoria werden waargenomen op akkerland WERKWIJZE Het gebied werd in juni vier maal en in juli drie maal bezocht onder voor Kwart el invent ar i sat ie goede weersomstandigheden. De bezoektijden lagen tussen 20.00 en 23.00 uur. Op 21 juni werd een eerste ronde door het gebied gemaakt waarbij ongeveer 400 ha. werd onderzocht. Dit bezoek leverde vier waarnemingen van roepende Kwartels op. Het tweede bezoek vond plaats op 23 juni. Deze keer werd 200 ha. onderzocht, wat een roepende Kwartel opleverde. Op 24 juni werd G00 ha. onderzocht, er werden acht Kwartels waargenomen. Het vierde bezoek geschiedde op 28 juni. Er werd 900 ha. onderzocht met als resultaat vier roepende Kwartels. Op 712 en 20 juli werd het gebied nogmaals bezocht. Een deel van het gebied werd bij herhaling onderzocht en ongeveer 250 ha. grenzend aan het gebied werd alleen in juli geinventariseerd De 250 ha. leverde in juli vier nieuwe territoria op. In de maand juni is ca. 1600 ha. onderzocht, waarvan 800 ha. twee maal, 200 ha. drie maal en het overige een maal. In de maand juli is ca. 200 ha. twee maal en ca. 50 ha. een maal onderzocht. In totaal is ca. 1850 ha. onderzocht. De onderzochte 1850 ha. is slechts 3.5 van het totaal landbouwareaal

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 15