L X BELL.L. EN IN OOST ZEE U W£E> VLAANDEREN Door: Henk Verlinde De meest bekeken libelle in Nederland -met name door mannen- is uiteraard de damesblad-soort. Qua naamgeving heeft men zich voor zowel de papieren variant als de eigenlijke insektengroep laten inspireren door het latijnse woord Libellum (boekje). Daarbij voor wat betreft een aantal libellensoorten refererend aan hun eigenschap de vleugels in rusttoestand samen te vouwen. Vermelde eigenschap vindt men vooral bij de zogenaamde juffersoorten (Zygoptera). De andere groep die onder de verzamelnaam Anisoptera vallen houden daarentegen ook in rusttoestand hun vleugels ge spreid. Aan voorkomen/verspreiding van eerst genoemde groep in Oost Zeeuws-Vlaanderen wil ik hier onder enige regels wijden; eerst echter enige algemene kenmerken van beide groepen. Systematiek -Orde Ordonata (Libellen) -Onderorde: Zygoptera (Gelijk- vleugeligen) Anisoptera (Onge- lijkvleugeligen) L i chaamsk enmerken -schitterend gekleurde, van vier, meestal doorzichtige vleugels voorziene insekten -ademhaling vindt via miniscule buisjes plaats die in verbinding staan met buitenlucht, zogenaamde open bloedsomloop. Vergelijk bij zoogdieren/mensen: gesloten bloedsomloop 4 10 Schema van de Libellen (Odonata) 1 spriet 2 facetoog 3 achterlijfstang 4 randvlek (pterostigma) 5 ademopening 6 copulatieorgaan -naar alle kanten wendbare kop met grote, uit 10-30.000 facetten samengestelde ogen. Libellen heb ben als het ware ogen in de rug. -het gewicht varieert van 0.025 tot ongeveer één gram -snelheden tot 10 km per uur kunnen worden bereikt, waarbij het aantal vleugelslagen per seconde kan oplopen tot ongeveer 50. Levenscyclus. Larvaal stadium in water, duur 1 tot 3 jaar. Larve op zich door loopt ook weer 9 tot 12 ontwik kelingsstadia. Volwassen stadium (imago) op het land, in de lucht. Leeftijd kan variëren van enkele dagen tot ongeveer 8 maanden (overwinterende Sympecma-soort). Natuurlijke vijanden. Libellen-larven worden gegeten door vissen en waterroofkevers. Volwassen libellen door vogels,

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 19