1 12 van de aanwezige ambtenaren laat nu iets meer van zijn eigenlijke gezicht zien en geeft tegelijk aan dat hij de eigenlijke discussie niet begrijpt: "Je miskent toch niemand het recht op recreatie De tijd dat we Zeeland voor de Zeeuwen wilden houden ligt immers ver achter ons". Een van de onzen probeert het dan nog maar eens: "het gaat er om dat je de kracht van Zeeland gebruikt: ruimte, rust, natuur, schoon, strand, wind en regen. Als dat niet voldoende is dan blijven ze maar thuis, dus geen kermis-achtige toestanden onder het mom van slechtweer- voorzieningen en dergelijke". Er wordt nog een uurtje of wat heen en weer gepraat. Oppervlakkig gezien blijft de stemming goed, maar toch zijn er kennelijk steeds meer mensen die gaan twijfelen: moeten we wel zo blij zijn met dit stuk Wat moeten wij er als milieubeweging nu mee doen De nieuwe man van Natuurmonumenten in Zeeland naast ons brengt het uiteindelijk zo: "Meneer de voorzitter, ik ga hier dadelijk pessimistischer naar huis dan dat ik gekomen was. Na lezen van Kerend Tij was ik best optimistisch, maar hier hoor ik niet veel anders dan ja, maar dat weten we nog niet, en ja, maar daar is geen geld voor, of ja, maar dat is niet aan ons en, natuurlijk ook, ja, maar dat kunnen we als provincie toch niet alleen en we mogen dat toch niet afdwingen". Hij vervolgt: "Als milieubeweging worden we steeds in de defensieve hoek gedwongen; worden er nieuwe ontwikkelingen gepland dan is het aan ons om aan te geven wat de gevolgen zijn voor natuur en landschap en we maken bezwaarschriften. Het resultaat is altijd marginaal en ZORGVULDIGHEID VEREIST BIJ HET STORTEN VAN AFVALSTOFFEN. .hééél zorgvuldig 1 r,!~nr: z.p.kk&n om zelfs dat te bereiken is een enorme inzet nodig van beschik bare mensen, tijd, engergie, middelen en geld. In deze tijd, waar in Nederland de factoren ruimte, schone lucht, rust, natuur, enz, geworden zijn tot schaarse goederen, moet het zo zijn dat degene die daar aan spraak op doet van tevoren aangeeft wat de gevolgen zullen zijn". Hij gooit er vervolgens een kreet achteraan die mij uit het hart gegrepen is: ZEELAND STATUS QUO. Consollideren op het huidig niveau en proberen eerst maar eens orde op zaken stellen voordat we verder kijken naar nieuwe ontwikkelingen. Natuur lijk klinkt dit voor economen als een nachtmerrie of toch in ieder geval als absoluut onbespreek baar. Vergeten wordt dan wel

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 8