een aantal piepkleine kreekoeverbosjes zoals langs de
Westgeul in de Braakman hebben we in Z.V1. eigenlijk
alleen het Wilgenbosje in de Dekkerspolder, waar een
spontane bosvegetatie met enige oppervlakte is ontstaan,
op dit bosgebiedje kom ik in een volgend artikel terug.
2 Het creëren van nieuwe natuurbossen.
Als we nadenken over het creëren van nieuwe natuurbossen
moeten we eerst weten welke soorten bos hier in Z.V1.
thuishoren. Afhankelijk van de bodemsamenstelling kunnen
zich in Z.V1. verschillende soorten vegetatie
ontwikkelen, welke wel worden aangeduid als planten
gemeenschappen: de natuurlijke plantesoortensamen-
stelling in een gebied. Het gaat te ver om hier alle
potentiële bosplantengemeenschappen te bespreken. Daarom
slechts een klein overzicht.
De potentiële vegetatie van ongeveer 85% van het
oppervlak van Z.V1. bestaat uit het zogenaamde Essen-
Iepen-bos. Kleinere delen behoren tot het Fluitekruid-
rijke Essenbos en het Elzen-Vogelkersverbond op de klei
en het Beuken-Eikenbos op het zand. Daarnaast komen nog
een aantal bosplantengemeenschappen voor die ik hier
gemakshalve maar even overgangsgebieden noem. (1)
De Elderschans bij Aardenburg en het
wandelbosje Hof te Zande bij Kloos-
terzande behoren tot onze mooiste
bossen op de voedselrijke grond. Beide
bosjes zijn echter klein en hebben een
minder natuurlijk karakter door de vele
aangeplante exoten.
Op de voedselarme bodems worden onze bosjes vrijwel
overal gedomineerd door Euramerikaanse populieren en/of
exotische naaldhoutsoorten, b.v. in de bossen rond
Clinge en in de Braakman. Veel van onze jongere bossen
hebben een weinig interessante vegetatie die
voornamelijk bestaat uit ruigtekruiden.
De Zwarte populier, een boomsoort die langs de binnen-
duinrand en in het Elzen-Vogelkers-verbond thuishoort,
wordt wegens het volledig ontbreken ervan niet eens
genoemd in het rapport "De vegetatie van Z.V1." (P.P.D.
1986)
Een bostype dat ook erg interessant kan zijn is het
binnenduinbosZe vormt een natuurlijke overgang tussen
de duinen en het achterland, en is door de gradiënt
werking (overgangen van zand naar klei, zout naar zoet,
hoogteverschillen etc.) erg soortenrijk. In Z.Vl. komt
van dit prachtige bostype nagenoeg niets meer voor (en
ook in het aangrenzende België zijn over de gehele
152