De gierzwaluw-dakpan is pas in de jaren '80 in fabrikage genomen. De ventilatie-pan evenwel is in vele typen beschikbaar. Deze pan werd reeds eerder toegepast. Het is een model met opstaande golf in het holle gedeelte van de pan. In het uiteinde van dit gedeelte is ter voorkoming van vogelinsluiping een roostertje aangebracht. Een anti-vogel-pan dus. Dit soort moet eenvoudig om te bouwen zijn door simpelweg het rooster eruit te zagen. Een andere groep werd gekenmerkt door huizen met een dak-isolatie. Om de zwaluwen gelegenheid te geven te nestelen zal er toch ruimte moeten zijn. Door het aanbrengen van isolatiemateriaal tuusen pannen en dakbeschot ontbreekt deze ruimte. Daar moet dus een gedeelte van de isolatie worden weggenomen en een nestbakje geplaatst. En daar is niet iedereen gelukkig mee. Zover wilde men meestal niet gaan met de vogel- vriendelijke instelling. Een lichtpuntje was wel dat er binnen de Steltkluut voldoende medewerking was toegezegd voor het eventuele plaatsen van de pannen. Het projekt bij het Duumpje, waar we ons aan optrokken, bleek ook al niet optimaal te verlopen. De heer Prang uit Nieuwvliet moest om gezondheidsredenen afhaken, waarmee een grote stimulans kwam te vervallen. Ondertussen moesten we evenwel met lede ogen aanzien hoe bij de renovatie van woningen, b.v. in Terneuzen, de zijgevels en dakranden waarin gierzwaluwen toegang hadden, nu door toepassing van een ander bouwsysteem voor gierzwaluwen werden afgesloten. Op de begin januari gehouden vergadering van de Vogel werkgroep werd gesuggereerd de Stichting Woningbouw vereniging in Terneuzen schriftelijk te verzoeken de openingen voor de zwaluwen in stand te houden. Dit voorstel vond evenwel geen weerklank omwille van het feit dat de eigenaar/verhuurder van de woningen dient te bouwen conform de huidige normen. Bovendien willen de meeste huurders een optimaal geïsoleerd huis en zijn in het algemeen niet zo gecharmeerd van de aanwezigheid van vogels onder hun dak. Mocht dit laatste wel het geval zijn, dan zal de vraag om een vogelvriendelijke voorziening evenmin gehoor vinden daar de huurder zich dient aan te passen aan de hem/haar aangeboden woning en niet omgekeerd. Toch zijn we niet helemaal pessimistisch wat betreft de hulp aan de gierzwaluw. Wil het met de dakpan niet zo best lukken, dan moeten we uitzien naar alternatieven. We zien dat de gierzwaluwen vaak gebruik maken van uitsparingen tussen het dakbeschot en de goot enerzijds en de zijgevel en zijgevelpan anderzijds. Worden deze 157

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 21