Het gebied is nu door natuurlijke oorzaak waardevo11 er
geworden. Als natuurbouwprojekt kan mogelijk de
ontwikkeling van het gebied worden gevolgd en begeleid,
omdat vanzelfsprekend een oplossing moet worden gevonden
voor de problemen met het pad naar de schaapskooi,
mogelijk kan door de aanleg van een stuw de waterstand
in het gebied zo worden geregeld dat bij een hoge vloed
het gebied zeer snel volstroomt en dat daarna het Wcter
tot een zeker peil langzaam terugloopt.
Het is wel gewenst dat een zeker peil wordt gehandhaafd
zodat de polder niet droog komt te staan.
Het bestaande pad kan worden geconsolideerd. De
aanwezige afrasteringen dienen te worden verwijderd,
evenals een plaatselijk aanwezig autowrak (foei) en
overige agrarische relicten.
Graag vernemen wij op korte termijn wat uw zienswijze is
en welke plannen er door u ten aanzien van de Selenapol-
der ontwikkeld worden.
namens het bestuur,
Adri Paauwe,
secretar i s
AANTALSVERLOOP VAN BROEDENDE WATERVOGELS IN DE SELENA-
POLDER 1966-1989
Jaar
66-70
71-75
76-80
81-85
86-89
Trend
K i ev i t
100
45-50
30-48
<36
-60°/.
Ture1uur
>20
<11
>-50°/.
Grutto
>25
17-23
8-10
8-15
<12
>-50*/.
Slobeend
>2
3-5
<3
Kemphaan
>8
>4-15
0-15
3-15
0
-100°/.
Scholekster 0-1
0-1
<7
700°/.
K1 uut
>75
0-1
-100"/.
Gegevens ontleend aan:
Buise Tombeur (1987): Vogels van Zwin tot Saeftinghe.
Buise et al. (1985): Weidevogels in Oost-Zeeuws-Vlaande-
ren.
Castelijns Remmerts1989Grondeleenden en steltlopers
in Zeeuws-V 1aanderen
161