OPGEZETTE DIEREN - EEN GRUWEL door W. de Koek Toen ik nog jong was - en dat is echt al een poosje geleden - keek ik altijd vol bewondering naar gepre pareerde vogels, opgeprikte vlin ders en opgezette zoogdieren. Zelfs de vissen die in een dergelijke staat te pronken stonden, vond ik mooi. En hoe gaat dat dan je wilt alles doen wat je belangstelling heeft. Maar verder dan een vlinderkastje ben ik nooit gekomen. Nu ik niet meer zo impulsief te werk ga, denk ik vaak dat het toch eigen lijk tegennatuurlijk is, dat opzetten- gedoe. Toch heb ik altijd bewondering gehad voor mensen die dat wel in hun vingers hadden. Vaak bewezen ze, dat ze met veel kijken in het vrije veld de dieren een natuurlijke houding konden geven of zoals ze zich gedroegen in de na tuur. Heden ten dage is nog veel daarvan te zien in musea en dieren tuinen. Natuurlijk was ook alles aan regels gebonden die steeds strak ker werden aangehaald. Een ver gunning-stelsel moest er voor zorgen dat alleen erkende prepara teurs dergelijke karweitjes mochten uitvoeren. Vogel- en Dierenbe scherming zagen er op toe dat be schermde soorten niet in verkeerde handen vielen. Toch had e.e.a. ook veel negatieve kanten. Door het vakmanschap van de preparateurs werden werkstukken afgeleverd die in de ogen van velen als een kost baar bezit werden beschouwd, waar men mee kon pronken. Het is altijd een eigenschap van mensen geweest om iets uit de natuur in huis te halen. Met opgezette dieren was een enorme keuze binnen ieders bereik. In januari j.l. zag ik in Oostenrijk in bijna ieder restaurant wei enkele opgezette vogels, waarbij de com petitie een duidelijke rol speelde. Een buizerd b.v. was een must, maar een auerhaan in de receptie deed 't helemaal. Het was zelfs zo, dat vele gevels versierd waren met een hertengewei, natuurlijk op de oorspronkelijke schedel. Gelukkig gaat het bij ons niet zo ver. Maar ook hier ziet men af en toe nog wel op gezette dieren of vogels in huis of openbare gelegenheden, leder z'n hobby denk je dan. Maar eigenlijk is zoiets niet echt mooi. Alleen de ui terlijke vorm mag dan misschien aantrekkelijk zijn voor het oog, een dier is meer dan alleen z'n vel. Le vend is een dier een wonder op zich, met een unieke specialiteit de soort eigen, waar we nooit op uitge keken raken en er steeds wat nieuws aan ontdekken. Het meeste blijft vooralsnog een groot geheim, maar met veel speurwerk en een 100

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1991 | | pagina 14