cessen zijn uitgeroeid, maar met een goede instelling en helder in zicht is veel te bereiken. Het alle rergst is nog wel het vastgeroeste idee dat men dieren uit de natuur wegvangt om ze voor een educatief doel te laten prepareren. Dit past toch echt niet meer in de heden daagse opvattingen over natuurbe scherming en natuurbewustzijn. Wat dat betreft is er weinig verschil tussen olifanten en vlinders. EEN ZEE VAN SCHELPEN. Vanaf 26 juni t/m 3 november 1991 wordt in het Zeeuws Biologisch Mu seum te Oostkapelle een tentoon stelling over schelpen gehouden. In hoofdlijnen omvat de tentoonstel ling vier onderwerpen. In de eerste plaats gaat het over het dier in de schelp; hoe ziet dat eruit, wat kan dat dier allemaal. Het twee de onderwerp vormt de leefwijze van de schelpdieren; waar leven ze, wat eten ze en waardoor worden ze gegeten. Als derde komt de relatie met het milieu aan de orde. Tot slot krijgen de economische aspecten de nodige aandacht. De schelpdiervisserij is een bloeiende bedrijfstak die heel wat geld in het laatje brengt. Of en in hoeverre deze medaille een keerzijde voor het mi lieu heeft, komt aan de orde in de tentoonstelling. De tentoonstelling is niet alleen boeiend door de inhoud, maar ook door vele doe-elementen, bijvoor beeld verschillende spelletjes om de opgedane kennis te testen. Voor de kinderen zijn er werkbladen, 3 stuks voor de verschillende leeftijd scategorieën. Verder zijn er een aantal video's te bekijken over het leven in zee. De tentoonstelling is gemaakt door het Pieter Vermeulen Museum, in samenwerking met het Nationaal Natuurhistorisch Muse um te Leiden. Het Zeeuws Biologisch Museum is geopend van dinsdag t/m vrijdag van 10.00-17.00 uur, op zaterdag van 13.30-17.00 uur, op zondag van 10.00-17.00 uur, en is op maandag gesloten. 102

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1991 | | pagina 16