presteert het om een vogel ter gro
te van een eend om te brengen en
op z'n gemakte verorberen. Het zijn
zomaar een paar grepen uit het ver
haal dat Marcel hield tijdens deze
excursie. Voor hen die liever thuis
blijven een goede raad: pakje goed
in, haal een frisse neus en steek een
boel op van het toch zo rijke natuur
leven. Doen!
VERSLAG VAN DE
BOMENEXCURSIE HULST D.D.
14-9-91
H. MAAS
Een stralende zaterdagochtend met
een heerlijke temperatuur en toch
maar 5 deelnemers onder de des
kundige leiding van Luciën Calle.
De geringe opkomst om half tien
aan de Zandstraat was misschien te
wijten aan het feit dat er op die dag
in Hulst nog andere activiteiten wa
ren, die niet zo vaak voorkomen als
een excursie van de Steltkluut. Toch
is zo'n bomenexcursie zeer interes
sant en men krijgt oog voor wat er in
de omgeving op dit gebied zoal te
zien is. De excursie begon al met
een verrassing. Luciën had een ver
molmde wilgenstronk meegenomen
en daar bleken een aantal wilgen
houtrupsen in te huizen. Dit zijn rup
sen van bijna een vinger dik, die qua
uiterlijk wel wat op een gewone
worm lijken. Zo iets had ik nog nooit
gezien, maar de rupsen zitten dan
ook in de stronk en vreten daar gan
gen in vergelijkbaar met een flink
boorgat. Hierna begon de eigenlijke
excursie en begonnen we allerlei
bomen eens nader te bekijken. De
leider gaf een duidelijke uiteenzet
ting over het wel en wee van de bo
men. Zo leerden we over houtvaten,
bastvaten, gallen, poepstrepen van
mineerders en specifieke kenmer
ken van verschillende bomen.
Intussen waren we bij het Ravenlijn
aangekomen en het enthousiasme
van Luciën ging zover dat hij bij een
demostratie van een kraakwilg bijna
in de Hulsterse vest viel. Het natte
pak bleef hem echter bespaard. Na
ruim een uur werd het tijd om eens
in de binnenstad te gaan kijken wat
daar nog aan monumentale bomen
te vinden is. Op de wallen in Hulst
zijn er veel grote bomen verdwe
nen, zodat men zuinig moet zijn op
wat er nog over is, want zulke bo
men bepalen toch mede het gezicht
van de stad. Twee grote beuken ble
ken zorgen te baren. De ene van
wege het gevaar van verdroging bij
komende bouwaktiviteiten. De an
dere, onder aan de wallen, vanwe
ge zonnebrand die intstaat doordat
op de wallen de hoge bomen ver
dwenen zijn die vroeger voor scha
duw zorgden. Bij deze boom was dit
goed te zien. Staande op de wallen
kon men duidelijk een zuidkant en
een noordkant aan de kroon onder
scheiden. De zuidkant met een ver
dord en de noordkant met een
groen uiterlijk. Dit is volgens. Luciën
een teken dat de boom te lijden
heeft van zonnebrand, terwijl bij ver
droging de hele kroon verdort. Een
remedie schijnt het inpakken met
jute van de stam te zijn, maar dat
laatste heeft de schrijver van dit ver
haal niet helemaal begrepen. Alles
bij elkaar is het toch een leerzame
ochtend geworden