DE WINDEPIJLSTAART
WINDEPIJLSTAARTVLINDER
GEVONDEN AANTALLEN
Recentelijk is na een tijdje van afwezigheid "het Stekkertje" weer verschenen, ons blad
voor de jeugd. Dat alles met hernieuwd enthousiasme onder verantwoording van Vera
van Bavel en Mark Ploegaert. Uit dit nummer nemen we onderstaand artikeltje over. Spe
ciaal voor deze Steltkluut inventariseerde Eddie Taelman zijn waarnemingen van het afge
lopen jaar en Vera 'computeriseerde' deze in de vorm van een grafiek. (Red.)
De windepijlstaart. Daar sta je dan toch even van te kijken. Een vlinder die duizenden
km's vliegt, met een spanwijdte van ca. 12 cm en alsof dat nog niets is een roltong van
10 cm lang. Afgelopen maand nog enkele malen in de krantde windepijlstaart. De Latijn
se naam van het beestje luidtagrius convolvuli en behoort tot de familie van de pijlstaar
ten. Zijn Nederlandse naam is afkomstig van de winde; de plant waarop de rups leeft.
Deze rups heeft op het eind van
zijn achterlijf een opstaand stekeltje,
wat kenmerkend is voor de pijlstaarten.
De pop van de windepijlstaart is groot en
dik met een slurfje dat de roltong bevat.
De pop zit in een holte in de grond.
Boven de grond beweegt hij zich enorm
heen en weer. Maar wat wil je als je zo
ruw gestoord wordt in je rust. De windepijlstaart
kan eigenlijk alleen verwisseld worden met de
ligusterpijlstaart. Ze hebben allebei een rood/zwart
gebandeerd achterlijf. De windepijlstaart heeft als enige
geheel bruine vleugels, wat hem een erg goede camouflage geeft tegen allerlei vijanden.
De vlinder is bij ons te zien van augustus tot eind oktober.
AANTALLEN
■Ü19911
E. TAELMAN
JULI AUQU8TU8 SEPTEMBER OKTOBER
126