Rotgans: Pijlstaart: Krakeend: Smient: Brilduiker: Toppereend: Grote Zaagbek: Middelste Zaagbek: Nonnetje: Deze soort is voor het eerst opgenomen in aankomst wintervogels. Deze soort is bij ons geen algemene wintergast maar wordt zo nu en dan eens gezien in de buitendijk se gebieden. Hier komen dan ook de waar nemingen vandaan: vanaf 27-06 zwiert er 1 ex. rond in de omgeving van het Paulina- schor (HC). Dit was vermoedelijk een nog niet geslachtsrijpe vogel, die hier probeer de te overzomeren. Op 07-10 was de eer ste trekker gezien in Saeftinghe (AvdW), bij Paal zag (TY) op 06-11 6 ex., deze zijn nog enkele malen in die omgeving gezien. Dan is er nog een binnenlandse waarneming bij Stoppeldijkveer op 16-02 1 ex.( In het voorjaar zijn er nog Rotganzen gezien bij het Paulinaschor en het Hellegat (AW+MC). De meeste Pijlstaarten worden nog altijd langs de kust en in de omgeving van de Braakman gezien. In het binnenland wordt de soort meestal gezien in de wateren met redelijke waterkwaliteit zoals Axelse Op spuiting en Canisvliet. De eerste Pijlstaart werd gezien op de Spaarbekkens op 27-07 door (HC): 1 ex. Vanaf 27-08 was de soort ook aanwezig in Saeftinghe: 2 ex. (AvdW). Daarna is de soort nog veel gezien, vooral tijdens de vorstperiode. Met deze soort gaat het de laatste tijd erg goed, er zijn dit jaar zelfs een aantal broed- gevallen geweest. Daarom kan deze soort niet meer als wintergast worden be schouwd. Vooral in de omgeving van de Selenapolder kun je de soort het hele jaar aantreffen. Het record staat voorlopig op 50 ex. in de Selenapolder door (MC) op 03-11 Maar ook in Canisvliet zaten 20 ex., langs het Kanaal Gent-Terneuzen 25 ex., in de buitenhaven van Terneuzen 10 ex. en in de omgeving van Axel ook 10 ex. De Smient wordt ook alweer snel na het broedseizoen in onze regio waargenomen. De eerste waarneming was dan ook al vroeg in het seizoen in een biotoop waar Smienten zich echt thuis voelen, namelijk j in Saeftinghe op 24-08 5 ex.(EN), 1 dag la- ter zag (AvdW) al 180 ex. in hetzelfde ge bied. De eerste waarneming uit het j binnenland komt natuurlijk uit Canisvliet, 08-09 1 m (JS). i Vanaf 21-10 waargenomen op de Spaar bekkens 1 ex.(HC), de tweede waarneming 03-11 1 ex.(JS) Canisvliet. De eerste waarneming is ontzettend laat, namelijk pas op 16-02 3vv Molenpolder (MC). Tijdens de vorstperiode nam de soorl bij ons toe, op de Westerschelde zaten i zo'n 80 ex. De eerste waarneming komt vanaf de Spaarbekkens waar (HC) op 19-11 1 ex zag. De tweede waarneming werd verricht op de Otheense Kreek, daar zag (CC) op 26-11 1 m, 1 dag later zag (TY) 7 ex. op de Vogelkreek. Deze soort wordt, in tegenstel ling tot de volgende soort, vooral in het bin nenland waargenomen. Op 2 plaatsen werden ze wel buitendijks gezien. Dit was in Saeftinghe en in de Braakmanhaven. De eersten werden gezien op 18-11 in de haven van Terneuzen 7 ex (AW), de twee de waarneming komt uit de Braakmanha ven waar op 24-11 15 ex zaten (AW) Verder nog veel langs de kust gezien. Ten opzichte van andere jaren zijn er veel Nonnetjes gezien. De eersten werden na tuurlijk opgemerkt door de nonnenspecia- list bij uitstek (HC) die op 12-1 2ex in de Braakman bewonderde. De tweede waar neming ook van (HC), maar dan op de Spaarbekkens 3-2; 3 ex. Tijdens de maand februari kwam er een heuse invasie op gang. Deze kwam tot stand doordat veel van overwinteringsgebieden (IJselmeer) 22

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 22