3lauwe Kiekendief: Ruigpootbuizerd: Smelleken: Slechtvalk: Sperwer: Goudplevier: Zeekoet: Velduil: Ijsvogel: waren dichtgevroren. De Nonnetjes waren oen naast de eerder genoemde plaatsen nog te bewonderen op de volgende plaat sen: Otheense kreek 1 ex haven Terneuzen 150 ex ïraakmanhaven 17 ex ianisvliet 1 ex !eegat 2 ex Graauwse kreek 3 ex Berrie kreek 1 ex /anaf 18-8 werd deze soort gezien in het (iekendievengebied bij uitstek Saeftinghe, foor (AvdW) het betrof 1 vrouwtje. Na deze latum zijn er nog vele waargenomen, de eerste mannetjes verschenen zoals ge woonlijk weer later in het jaar. Op 16-11 werd de eerste waargenomen en wel bij het gemaal Paal (TY). Ook deze niet echt algemene en moeilijk te determineren roofvogel is dit jaar weer re- folijk wat gezien. Oe eerste waarneming was op 5-111 ex feegat (TY), op dezelfde plaats werd er door (TY) op 4-1 en 9-1 ook nog 1 ex ge zien. Dan werd de soort nog waargenomen Dp 7-2; 1 ex Axelse Opspuiting (HC) en 11 - 2; 1 ex H.A.S. Sluiskil (JR). 1 zomerwaarneming en deze was op 27-6; 1 vrouwtje Langendampolder (RD). De eer ste wintergast werd gemeld uit het Zeegat, hier zag (TY) een mannelijk exemplaar vlie gen. De tweede waarneming 19-9: 1 ex Spaarbekkens (HC). De eerste Slechtvalk werd waargenomen in Saeftinghe en wel op 9-9; door (HC). Het maximale aantal in dit gebied is evenals vo rig jaar 3 ex. Ook in andere gebieden wer den Slechtvalken gezien, nabij het Groot Eiland 1 ex. en in de omgeving van de Braakman 2 ex In de Braakmanhaven, Paulinaschor en in de sluizen van Terneu zen werden ze tijdens de vorstperiode re gelmatig gezien. Ze jaagden dan vooral op Kokmeeuwen en Bonte Strandlopers die door de kou ernstig verzwakt waren. In de maand april zijn ze in Braakmanhaven re gelmatig baltsend gezien. Deze soort kan al niet meer als echte win tergast worden beschouwd, want dit jaar werd voor het eerst een bewezen broedge- val in de Clingse bossen vastgesteld waar minimaal 2 jongen uitvlogen. Tevens was er een overzomerend exemplaar in de Braakman. De eerste doortrekkers werden gemeld uit de Canisvliet, waar (JS) op 18- 8; 2 ex zag. Op 25-8 zag (AvdW) 1 ex. in Saeftinghe. Op 17-7 waren 2 ex. aanwezig in het Zee gat (TY) en vanaf 25-8 was de soort te zien in de Braakman, 25 ex.(HC). Dit jaar was er een zomerwaarneming van een Zeekoet en wel op 21 -6, toen zag (AW) 1 ex in de Braakmanhaven. De komst van Zeekoeten naar onze streek is erg afhan kelijk van een storm. Na een storm worden de meeste Zeekoeten bij ons gezien, maar ook komen er nog al eens Zeekoeten bij ons die met olie besmeurd of ziek zijn. De eerste Zeekoeten werden gezien op 22-12; 1 ex in de sluizen van Terneuzen en 2 dode en 1 levende in de Braakmanhaven (AW MC). Op 1-1 werd door (EN) 1 ex. gezien nabij de Griete op dezelde plaats, maar dan 1 week later vond (AW) er 1 dood. Van deze invasieachtige soort 1 zomer waarneming: juni 1 ex De Knol (DH). De eerste overwinteraars werden gemeld van uit Saeftinghe op 26-11; 2 ex. (HC). Dan nog een waarneming uit de Koudepolder waar (JR) er 1 zag op 18-12. Door een aantal achtereenvolgende zach te winters was de soort al erg vroeg aan- 23

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 23