Invasie van de Kruisbek (Loxia Curvirostra) in Zeeuws-Vlaanderen najaar 1990. Ijverig Nederland en I 'est-Europa. De invasie bleef niet beperkt tot de naald houtwouden op de zandgronden in ooste- Nederland, maar werd ook in het westen fjgemerkt. De grootste aantallen werden :hter wel gezien in de buurt van de naald- )ssen alwaar het voedsel van de soort zeh bevindt, met name kegels van naald- jmens van o.a. Grove Den. oeveel vogels in Nederland hebben geze- ?n is niet precies te achterhalen. Het gaat m vele 10.000-den, zo niet enkele )0.000-den vogels. Ook in de ons omrin- ;nde landen werd de invasie waargeno- en. Langs Falsterbo, het zuidelijke puntje an Zweden, werden dat najaar enorme antallen Kruisbekken waargenomen op Jak richting Denemarken. In Zuid-Enge- nd werden reeds laat in het voorjaar van 990 redelijke aantallen gezien. De aantal- ?n namen hier geleidelijk toe om een maxi- um te bereiken eind augustus. Daarna amen de aantallen af om begin oktober op en laag pitje te blijven hangen. In novem Zeeuws-Vlaanderen tot en met 1989 >r Marcel Capello leiding: ndelijk werd al in juni duidelijk dat er jer kruisbekken aanwezig waren als nor aal. Maar pas in het najaar zou duidelijk wforden dat we te maken zouden krijgen et de grootste invasie van deze soort ooit ons land geregistreerd. Met de Kruisbek- in kwamen ook enkele 100-den Grote •isbekken (C.pytyopsittacus) en een 10- Witbandkruisbekken (C.leucoptera). Als Jen voor een zo grote invasie wordt veel- als reden opgegeven voedselschaarste de normale verspreidingsgebieden. Hier at het hoogstwaarschijnlijk om vogels uit ord-Scandinavië) en Sovjet Unie. ber namen de aantallen weer snel toe, zo gezegd betroffen dit vogels die vanuit Schotland naar het zuiden afzakten. In Bel gië moeten ook grote aantallen hebben ge zeten, denkende aan het feit dat de Ardennen vol staan met naaldhout. Eind april 1991 zijn een aantal leden van onze Vogelwerkgroep naar de Ardennen gereisd en toen nog werden grote aantallen gezien. De invasie was toen in onze streek allang weer voorbij. Van Duitsland en Frankrijk is mij niets ter ore gekomen, maar ook hier zullen zich vele Kruisbekken hebben be vonden. De Avifauna spreekt van "sinds begin ja- ren-80 jaarlijks terug kerende doortrekker, invasiejaren 1983 1985, met tot dan toe de grootste aantallen, resp. 45 15 vo gels". Landelijk klopt deze invasieverhou- deing van 3:1. Tijdens ochtendtellingen gedaan te trekpost Arnhem bleek ook daar dat in 1983 3 maal zoveel vogels langstrok ken als in 1985. Invasiejaar 1990 gaf hier een 3-voudig aantal t.o.v. 1983. De aantal len in Zeeuws-Vlaanderen zijn echter veel hoger als de 3 35 135 vogels Het wer kelijke aantal lag vele malen hoger t.o.v. 1983. In 1986 werden 30 vogels gezien (juni/juli), in 1987 3 vogels (juli), in 1988 geen en in 1989 slechts 1 (maart). 59

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 11