DE APPELVINK (C. EEN NIEUWE BROEDVOGEL EN EEN TOENEMENDE VERSCHIJNING IN ZEEUWS-VLAAANDEREN door Marcel Capello. Tot voor kort werd de Appelvink slechts zeer sporadisch in Zeeuws-Vlaanderen waargenomen. Tot en met 1985 was het maximale aantal in een jaar waargenomen vogels 5 (1969 en 1985). Het gemiddelde aantal per jaar waargenomen vogels tus sen 1969 en 1985 bedroeg ongeveer 2. In drie jaren werden zelfs helemaal geen vo gels gezien. Het zwaartepunt van de waar nemingen lag in Hulst. Broeden kon tot 1985 niet worden bewezen, maar werd wel mogelijk geacht (Avitauna van Zeeuws- Vlaanderen "Vogels tussen Zwin en Saef- tinghe" 1988). In Nederland is de soort de laatste tien jaar snel toegenomen. Werd het totale aantal broedparen in 1979/80 nog geschat op 3000-4500, voor 1985/86 hield men het al op 9000 tot 12000 broedparen (Atlas van de Nederlandse vogels, SOVON 1987). Vooral na 1982 is de soort landelijk gezien snel toegenomen. In Zeeland is de soort altijd al schaars geweest en dan met name in de broedtijd. Het lijkt er echter nu op dat ook Zeeland mee kan gaan profiteren van de landelijke toename. Vanaf het najaar van 1988 is het aantal waarnemingen stormachtig toege nomen in Oost-Z.VI. Het begon al op 1 t/m 3 juni 1988, toen een paartje fanatiek roe pend achter elkaar aanjoeg in Terneuzen. Eenmaal werd zelfs gezien dat nestmateri aal werd vervoerd in de snavel van een van de vogels terwijl de partner luid roepend achter de ander aanvloog. Helaas heb ik niet kunnen ontdekken of er daadwerkelijk ook is gebroed. Op 22-10-88 vloog een vogel langs het Hellegat en vanaf 24-11 -88 werden regelmatig 2 tot 3 vogels in Terne zen gezien. Op de Liniedijk in Hulst werd op 13-02-89 8 vogels gezien en op 05-031 89 nog een. In de Braakman liep het aant op tot tenminste 17 vogels (dec. 1988 I/ jan. 89). Broedgevallen konden nerger worden vastgesteld. Het was na die laatst waarneming op 29-04-89 te Terneuzel ineens gebeurd. In 1990 werden zelfs geeij vogels waargenomen. Pas op 21-05 9 werd een zingende vogel gehoord in dl Braakman, bos noord. Op 21-06-91 a aldaar een paartje en op 27-07-91 vloog dal bewuste paartje rond met tenminste 3 nel uitgevlogen jongen. Hiermee was het eersi in de Zeeuws-Vlaamse geschiedenis be wezen dat de soort hier tot broeden kor komen Wellicht is het zelfs het eerste broedgeval van deze soort voor Zeeland! Tenslotte werd op 16-11-91 nog een voge in Terneuzen gezien. Drie vogels werden irl Braakman Bos zuid gezien op 25-12-91 ar op 29-02-1992 werden drie vogels tr Braakman Bos Noord gezien. Tot op heden is mij geen nieuw broedgeval ter ore geko men, maar het broedseizoen 1992 is nog niet voorbij! Het ligt in mijn bedoeling om de Appelvink in de gaten te blijven houden Stuurt u a.u.b. nu en in de toekomst aan rnij op zodat we de mogelijke uitbreiding kun nen blijven volgen. Opvallend tenslotte is dat in de buurt van Terneuzen en de Braak man de meeste vogels worden gezien, ter wijl je er ook veel zou kunnen verwachten in de buurt van Hulst en Axel. Vergeet vooral ook de' bossen rond Clinge en St Jansteen niet! Deze laatstgenoemde ge bieden moeten voor de Appelvink zeker zo geschikt zijn als Terneuzen en de Braak man. Dank aan alle waarnemers voor het doorsturen en laten inzien van al hun waar nemingen. Ik hou u op de hoogte! M.A. Capello Amstelstraat 6 4535 CG Terneuzen tel. 01150-96833 86

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 14