JL'* Saeftinghe als stoppplaats op de route naar Spanje. 70.000 vliegduur Saeftinghe-Spanje Dit betekent gewoon dat bijna elke Grauwe gans die Saeftinghe heeft leren kennen als een geschikt overwinteringsgebied ook hier terugkeert als ze maar lang genoeg leeft. In een aantal gevallen is gebleken dat vogels die normaal naarZuid-Spanje (Coto Dohana) gingen overwinteren, overscha kelden naar Saeftinghe. Welke precies de factoren zijn die dit feno meen beïnvloeden is nog niet helemaal duidelijk. Enerzijds bieden de Marismas in Spanje een beter klimaat, anderszijds is de jachtdruk rond de gebieden ginder veel hoger. Mogelijk wordt ook het relatieve aan deel van Saeftinghe-ganzen binnen de Zweedse en Duitse populaties groter door betere overleving of reproduktie. Het jachtvrij houden van Saeftinghe is dus van cruciaal belang voor de winterpopulatie en wellicht ook voor de Zweedse broedpo- pulaties. Uit recent onderzoek is gebleken dat intensieve jacht rond de Spaanse over- winteringsgebieden, zoals dat in 89/90 het geval was, een daling van 20% kan te weegbrengen bij sommige populaties (H. Persson in Limosa 65, 41-47). Indien Saef tinghe voor een deel van die populatie de nodige rust kan bieden, dan kunnen de aantallen zich vlug herstellen. Het is evident dat niet alle Grauwe ganzen die in oktober of november in Saeftinghe binnenkomen er ook zullen blijven tot fe bruari. Een belangrijk deel trekt door, vooral naar Spanje. Het is onmogelijk precies te bepalen hoeveel vogels precies op een zeker moment neestrijken in het gebied en welk deel daarvan blijft. Indien het hele gebied met telescoop zou kunnen worden afgezocht op gemerkte ganzen zou dit ge deeltelijk kunnen lukken maar zelfs met telescoop is maar een fractie van het ge bied goed te onderzoeken. In ieder geval lijkt het me duidelijk dat meer dan 70.000 Grauwe ganzen in oktober en november het gebied bezoeken. Toch kunnen met beperkte middelen vrij spectaculaire resultaten geboekt worden. Zo is het deze winter gelukt om de precieze vliegduur tussen Saeftinghe en Zuidwest- Spanje te bepalen. Op woensdagmorgen 20-11-1991 vertrok ken minimaal 12.000 ganzen uit het gebied naar het zuidwesten. Ze vlogen ten zuiden van Hulst, tussen Zelzate en Gent door en dan zuidwest over Kortrijk. Op donderdag namiddag 15.00 uur kwamen de eerste vogels toe in het nationale park van Doha na. Dit betekent dat de snelste groepen ongeveer 31 uren nodig hadden om de afstand af te leggen. Anderen kwamen pas een dag later aan. Vermoedelijk konden de ganzen met de beste condities de tocht in een non-stop vlucht afleggen. Bewijzen voor deze berekening vinden we in de af gelezen halsbanden; het ging om dezelfde groepen die half november in de polders rond Saeftinghe op suikerbiet foerageer- den. Verder is het zo dat dergelijke door- trekgolven zich niet elke dag voordoen. Deze was de grootste van de drie die in Dohana toekwamen. Oproep en dankzegging. Ook voor het volgende seizoen zijn alle meldingen van gemerkte ganzen welkom op onderstaand adres. Dank aan de leden van de Vogelwerkgroep van de Steltkluut voor hun aanvullende gegevens. Walter de Smet Albertpolderstraat 25B B-9960 Assenede 'Y - 102

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 14