vrijwel onmogelijk zijn het natuurgebied te be
schermen tegen ernstige verontreiniging.
egetatie
De vegetatie van het gebied kent geen grote
crschcidcnheid aan soorten maar. enkele voor
Nederland zeldzame planten zoals het 'Echt
Lepelblad' komen in relatief grote hoeveelhe
den voor. Doordat enkele plantensoorten in zeer
ote hoeveelheden voorkomen kunnen zij ook
aan zeer grote hoeveelheden van bepaalde ge
specialiseerde vogelsoorten voedsel bieden.
Enkele van deze voor het gebied kenmerkende
soorten zijn
rauwe Gans (max. 29.000 ex) die voomame-
:jk van de massaal voorkomende Zccbics leeft,
mient (max. 51.000ex) leeft van gras en za
den,
everpieper (max. 5100 ex) leeft van Gray's
Kustslakje.
ehalve deze soorten die het gebied als ovcr-
interings- en doortrekgebied gebruiken wordt
jcftinghc ook nog door grote aantallen vogels
op andere manieren gebruikt:
ilde Eend (max. 7.900ex) gebruikt het ge
bied om er te ruien en voor de
ureluur is het een zeer belangrijk broedge-
ed met circa 600 paar; de dichtheid is hier
^gelijkbaar met de beste gebieden op de Wad
deneilanden.
(Jok de Visdief is hier met 400-800 paar brocd-
vogels van internationaal belang.
nds de beëindiging van de jacht in Saeftinghe
1989 zijn vooral de Grauwe Gans en de
nient belangrijk in aantal toegenomen en ver
breiden zij zich meer over het hele gebied,
ierdoor ontstaat er binnendijks minder land-
bouwschadc en zijn een groot deel van de vo
cals niet meer gedwongen verder te trekken. De
rauwe Ganzen overwinterden voordien voor
namelijk in Zuid Spanje.
Gezien de enorme oppervlakte 'slik' komen er
opmerkelijk weinig steltlopers in het gebied
voor. Door baggeren en stort van slib zijn deze
'slikkigc' plaatsen echter verzand en daardoor
minder geschikt voor de prooidieren van de
steltlopers. De aantallen Zilvcrplevier, Rosse
Grutto, Bonte Strandlopcr, Zwarte Ruiter en
Kluut zijn dan ook voor een dergelijk groot
gebied in de Wcstcrschelde/Schclde niet bij
zonder hoog. Sinds begin zeventigerjaren zijn
bijvoorbeeld het aantal Zwarte Ruiters en Klu
ten teruggelopen.
bodemfauna
Nader onderzoek naar het voorkomen van bo-
dcmdicrcn is dringend gewenst. Zeker nu men
het baggerregime gaat wijzigen is het belang
rijk de gevolgen hiervan op het bodcmlcvcn in
Saeftinghe vast te leggen. Een geregelde, ge
standaardiseerde bemonstering van de bodem-
dicrcn op verschillende plaatsen op het slik is
van belang om eventueel aanvullende maatre
gelen te kunnen nemen om het aantal en de
diversiteit van de bodemfauna te vergroten. Sa
menvattend kan worden vastgesteld dat Saef
tinghe van enorm belang is voor een aantal
soorten vogels die de internationaal aanvaarde
norm van 1% van een populatie ruim over-
schrcidcn (Conventie van Ramsar). Saeftinghe
zou dan ook zo snel mogelijk moeten worden
aangemeld door de Nederlandse regering als
Internationaal Wetland volgens deze conventie.
Het beheer van het gebied dient volledig in
het teken te staan van behoud en versterking
van de natuurwaarden in het gebied (Na
tuurbeleidsplan).
Bewijs voor het feit hoe snel een voormalig
schorrcgcbicd zonder al te ingrijpende maatre
gelen zichzelf weer kan herstellen is de door
braak van de dijk van de Selenapolder.
dijkdoorbraak
Nadat deze dijk door was gebroken werd de
polder weer regelmatig overspoeld en nam de
oppervlakte geschikt 'slik' snel toe. Winterta
lingen, Ruiters, Bergeenden, Smienten en Klu
ten maakten dan ook snel gebruik van deze
nieuwe situatie in de Selena. Het is dan ook van
49