Met ingang van dit nummer zal de rubriek "Zeeuws- /laanderen Natuurlijk" in principe elke keer deel uit naken van de Steltkluut. Op zijn eigen wijze voert Bouke Grootjans de lezer langs bekende en minder bekende gebieden in onze regio. En elke keer is er de relatie met de tijd van het jaar. Hij zal het hebben over wintergastenvlindertrek, de Zestigvoet, kortom te veel om op te noemen maar uitdrukkelijk met de doelstelling dat de lezer wat meer intens om zich heen gaat kijken. De artikelen dateren soms van jaren her maar zijn waar dat nodig is aangepast aan de rea liteit. Hij opent deze reeks met een bijdrage over planten(CS) ZEEUWS—VLAAMSE BERMEN EN DIJKEN HERBERGEN SCHAT AAN NATUURSCHOON." door Bouke Grootjans C'p mooie warme dagen valt 1st op dat bermen en dij ken niet meer veelvuldig vorden gemaaid. Al het schoons dat in de bodem wortelt kan vrijwel onge stoord groeien, bloeien en uitzaaien. Die bodem is erg belangrijk. Op de vette klei groeien weer andere planten dan op zandgrond en aangezien er in ons gewest nogal wat verschillende grondsoor ten zijn, denk maar eens aan de duinen in het wes ten, de natte lage wei landen langs de kreken of èe waterwingebieden bij Clinge en Sint-Jansteeen, is ook de plantenwereld rijkelijk gevarieerd. Niet alleen de grondsoort kan ons verder helpen bij het zoeken naar de plan tennaam, ook het jaarge tij speelt hierin mee. Als eersten zijn in het voorjaar te vinden het Klein hoefblad. Ereprijs en grote bossen Witte en Paarse dovenetel. Dan de Akkerpaardestaarteen plant die zich verspreidt door sporen in plaats van zaden. Inmiddels zal het jonge leven dan pas echt goed losgebarsten zijn. De kleur van de weilanden- verandert dan binnen en- 89

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1993 | | pagina 31