Zoals in de vorige Steltkluut te lezen viel biedt de knotboom de mens tevens de mogelijkheid z'n infantiele neigingen uit te leven, wat boomklim- men betreft dan. Op mij had de publiciteit zodanige indruk gemaakt, dat ik best actief wilde deelnemen aan deze dag. Na aankondigingen in de Steltkluut en Advertentieblad had ik eerlijk gezegd toch wel enige animo tot deelname verwacht, nou, om precies te zijn op déze dag waren 5 Zeeuws-Vlamingen aan wezig. Voor mij kan dit geen afspiegeling van het aantal steenuil-, holenduif-, en vleermuisliefhebbers in onze regio. Vele leden van de natuurbeschermingsorganisaties vinden dat ze al genoeg doen, maar toch wil ik iedereen die dit leest vragen minstens 1 maal per jaar mee te gaan bij de vrijwilligersgroepen van de Steltkluut en/of de stichting Landschapsverzorging, als je tenminste voorstander bent van knolbomen, meidoorns, hoogstamfruitbomen, veedrinkputten en de organis men die deze huisvesten. Ik zou het persoonlijk fijn vinden wanneer mensen af en toe samen aan biotoop vorming werken. Momenteel telt Zeeu ws-Vlaanderen slechts onge veer 15 vrijwillig(st)ers met als doel behoud en herstel van voornoemde natuurwaarden. Hierbij voorlopig mijn laatste oproep aan U, 600 Steltkluut-leden: 1 keer per jaar a.u.b. 147

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1993 | | pagina 17