DE SPRONG OVER DE KREEK
NIEUWBOUW ROND OTHENE
door Luciën Calle
Het gaat er dan toch van komende historische "sprong over de Otlieense
Kreek" zal binnen afzienbare tijd gerealiseerd worden. Een nieuwe woonwijk
zal op de oostoever van de kreek, in de Nieuw Othene Polder en in de Zaam-
slagpolder gebouwd worden. In het PLAN OTHENE worden de uitgangspunten
en de richtlijnen voor de te ontwikkelen wijk beschreven.
De Steltkluut is in het verleden
altijd tegenstander van de sprong
over de kreek geweest.
De redenen voor dit "tegen" waren
divers. Vanuit natuurbelangen
gezien waren het de achteruit
gang van de natuurwaarden van
Otheense Kreek en de genoemde
poldergebieden.
Vanuit milieubelang gezien de
doelstellingen van het NMP plus,
waar men toch spreekt over een
reductie van 50% van energiever
bruik en uitstoot schadelijke stof
fen.
Meer in zijn algemeenheid omdat
een duurzame samenleving onmo
gelijk is bij een steeds maar ver
dergaande groei. Deze laatste
argrumenten gelden ook voor de
andere zeer grootschalige uitbrei
dingen zoals bij de Gebiedsge
richte Benadering Kanaalzone
(zie ook het artikel hierover in de
Steltkluut 92/3).
Inmiddels zijn de laatste stukjes
grond in de kern Terneuzen zo
ongeveer verkocht en is de Ge
meenteraad van Terneuzen over
tuigd van de noodzaak van deze
sprong. Daarmee is het gegeven
dat deze wijk er zal komen een
feit. De Steltkluut acht daardoor
een pricipiëel en absoluut "njet"
niet langer zinvol. Ze vindt dat
als die wijk er dan toch komt, dat
het dan maar zo ecologisch moge
lijk moet gebeuren.
U mag dat best een wat pragmati
sche opstelling noemen, maar De
Steltkluut zal vanaf nu haar best
doen om er zo veel mogelijk voor
natuur, milieu en landschap uit te
slepen.
Daarom is inmiddels een reaktie
op de noodzakelijke bestemmings
plan wijzeging naar de Gemeente
Terneuzen verzonden.
Hieronder zal ik in het kort weer
geven hoe onze reaktie, bedoeld
voor de eerste inspraakronde, is
geweest.
De reaktie van de steltkluut.
Ten aanzien van de grootte van
de te plannen nieuwe wijk, vra
gen we of de noodzaak van een
dergelijke grootschalige uitbrei
ding aanwezig is.
149