DWERGGANS De Dwerggans is een onregelmati ge gast. De soort wordt elke win ter in Zeeland gezien. Het valt niet mee een Dwerggans uit een groep van honderd of duizend Kolganzen te 'tikken'. De soort kan zo'n 10 cm kleiner zijn dan de Kolgans, de witte kol loopt verder door op het voorhoofd en een gele oogring is opvallend getekend. Een onvolwassen Dwerggans kan meer problemen opleveren bij determinatie. Een belangrijk kenmerk kan dan nog zijn de pik-intensiteit bij het foerageren die duidelijk hoger is dan die van de Kolgans. GRAUWE GANS De Grauwe gans broedt en over wintert in Zeeu ws-Vlaanderen. Als broedvogel komt hij voor in onder andere het Grote Gat (Oost burg), Braakman, Groot Eiland en het Verdronken Land van Saef- tinghe. Na de ruiperiode, in juli, arrive ren de eerste Grauwe ganzen als overwinteraars in Saeftinghe. Het aantal loopt in oktober snel op tot enkele duizenden. In no vember loopt dit op tot rond de 20.000 en de piek ligt in de maand januari met aantallen tussen de 24.000 en 32.000. Deze aantallen konden de laatste drie jaar in Saeftinghe genoteerd worden. Op of nabij het Grote Gat, de Braak man en het Groot Eiland verblij ven elk jaar tussen 100 en 400 Grauwe ganzen. De Grauwe gans is een stuk (0 tot 13 cm) groter dan de Kolgans. Ze hebben een veel forsere snavelen hun verenkleed is lichter grijs dan dat van de Kolgans. De wa kende genten in een groep Kol- en Grauwe ganzen steken een kop boven alle andere vogels uit. De in het verleden in het Zwin uitge zette oostelijke ondersoort Anser anser rubirostris is als zodanig nauwelijks meer herkenbaar door vermenging met de westelijke ondersoort A. a. anser. Grauwe gans 155

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1993 | | pagina 25