Onder hen vinden we soorten die van de bast, het spint en/of het kernhout leven, soorten die van aas of ander organisch materiaal leven, schimmeleters, parasieten, predatoren en soorten die het dood hout gebruiken als nest-, schuil- of overwinteringsgelcgen- heid Dood hout heeft ook een onmisbare betekenis voor de zwammen. Vele soorten zijn af hankelijk van stervend, dood of rottend hout, in de diverse stadia van afbraak. Vooral de fungi van het dode zware hout moeten een kans krijgen, met name van staan de en liggende stammen. Zij zijn het meest bedreigd 3. Daarnaast is dood hout belangrijk voor groepen van bladmossen, levermossen, korstmossen, vogels en zoogdieren. De eeuwenlange traditie van het verwijderen van vrijwel al het dode hout uit het natuurlijk milieu is een der meest ingrijpende verstoringen van dat milieu. Een herziening van het huidige beleid van oogst en af voer van bijna al het dode hout behoort voor de bescherming van ongewervelde dieren en lagere planten topprioriteit te krijgen. Gevolgen voor het beheer. Een goed uitgangspunt is om de natuur zoveel mogelijk zijn eigen gang te laten gaan. Dus laat maar rustig staan die dode boom of laat maar hangen die dode of zieke tak (als er tenminste geen groot risico in het geding is). Het weg zagen van zieke of dode takken heeft voor de boom so wie so meestal geen nut (behalve als er een extreem besmettelijke ziekte in het spel is, zoals bacterievuur in onze hoogstamperen. De inzich ten in de boomverzorging zijn sinds een aantal jaren geheel ge wijzigd. Werd een aantal jaren geleden allerlei correctiesnoei en wondbehandeling nog noodzake lijk geacht, nu is het inzicht door gebroken dat deze ingrepen juist schadelijk zijn. Pinus Floris stelt dat de "boomchirurgie" in de ja ren '70 en '80 de meest dodelijke aantasting voor bomen was ge worden! 4. Het niet meer zo veel snoeien geeft al een aardige snoeihout reductie. Ook het liggende hout kan ecologisch gezien hel beste daar blijven liggen waar het te recht gekomen is. Onder de boom, daar waar de wortels de mineralen aan de bo dem onttrokken hebben. In stedelijk milieu laat men het snoeihout in de plantsoenen niet ter plaatse verteren omdat dat een "slordige" indruk zou maken en kinderen bijvoorbeeld met de takken zouden kunnen gaan sleu ren. Daarom wordt er hier vaak gesnipperd. Door de beheersintensiteit terug te nemen en de struiken niet strooksgewijs, maar individueel af te zetten kunnen de takken dan wel, zonder bovengenoemde nadelen tussen de overgebleven struiken worden achtergelaten en kan het snipperen sterk vermin derd worden. Ook Waterschappen snipperen veel na het onderhoud aan groen- gordels e.d. in het buitengebied. Hier is de noodzaak tot snipperen veel kleiner en zou toch gemakke- 161

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1993 | | pagina 31