Sneeuwtelling van Patrijzen en Veldleeuweriken in Midden-Zeeuws-Vlaanderen Hoewel in Zeeuws-Vlaand eren het aantal Patrijzen de laatste veertig jaar sterk is gedaald, is de soort nog niet zeldzaam. Uit twee tellingen in het zelfde gebied uitgevoerd in februari 1991 en 1994 blijkt echter dat ze dat wel kunnen worden. Tegelijk met de Patrijs werden evenals in 1991 ook Veldleeuweriken geteld. Ook bij deze soort lag het aantal lager dan in 1991. De tellingen Zowel in 1991 als 1994 werd in Midden-Zeeuws-Vlaanderen een sneeuwtelling van Patrijzen en Veldleeuweriken uitgevoerd. In 1991 werd geteld op 11 en 12 februari en in 1994 op 21, 22 en 23 februari. In 1991 lukte het voordat de sneeuw gesmolten was zo'n 5.000 zo'n ha te tellen en in 1994 7.000 ha. De waargenomen vogels werden per groep ingetekend op een kaart. In februari 1994 werd hel deel dat niet bij een gesloten sneeuwdek kon worden geteld alsnog op 27 en 28 februari onderzocht. De sneeuw was toen net gesmolten, de ondergrond over het algemeen nog bevroren en de akkers daarom nog doorweekt. Patrijzen houden kennelijk niet van vuile voeten en wijken bij dergelijke weersomstandigheden (overigens ook bij zware regenval) uit naar percelen met een korte grazige vegetatie; weilanden en percelen graszaad. Hoewel te doen, gaat de telling dan veel minder vlot: bij sneeuw werd gemiddeld 500 ha. per uur geteld en bij afwezigheid daarvan maar 165 ha. Het tellen van Veldleeuweriken bij afwezigheid van sneeuw is nog problematischer. De grijsbruine vogels vallen op de akkers nauwelijks op. Een overvliegende roofvogel of Zwarte Kraai biedt nog wel eens uitkomst. De resultaten van het onderzoek in 1991 werden gepubliceerd in de Steltkluut jaargang 21 op blz. 122- 123. Het onderzoeksgebied Midden Zeeuws-Vlaanderen is 8.100 ha groot. Het wordt in het westen begrensd door de westelijke Braakmandijk en in het oosten door de oostoever van het Kanaal van Gent naar Terneuzcn. Circa 15% van het gebied is voor Patrijzen ongeschikt; industrieterreinen, bebouwing en open water. 42

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1994 | | pagina 20