m immyyr soorten uitkomt op 360 voor '93 en '94. Ongeveerde helft van het aantal nieuwe soorten betreft 'normale' soorten welke algemeen in deze streek voorkomen. Van de meer bijzondere soorten noemen we de volgende grote bevernel, buntgras, kruipganzerik, heggernk, hondskruid, kromhals, parnassia, tengere rus, selderij, smalle stekelvaren, klein tasjeskruid, waterlelie, grote waterranonkel, ruige weegbree, wijfjesvaren, hazezegge en zandzegge. In voorgaande lijst veel soorten uit de waterleidingbossenbij Clinge. O.a. blijkt het gebied van belang voor varens; 4 soorten in totaal. Opvallend was ook het voorkomen van Grote waterranonkel in een van de infiltratiekanalen. De meest spectaculaire vondst in 1994 betreft het Hondskruid aan de Spuikom in Terneuzen. Dit is een landelijk zeer zeldzame soort die onregelmatig in zeer klein aantal in ons gebied opduikt. Hoe ver reikt onze kennis nu en van hoeveel soorten weten we inmiddels zeker dat ze in ons gebied voorkomen. Dit laatste kan wellicht amateur-floristen stimuleren om zelf, buiten excursies om, waarnemingen te verzamelen en vast te leggen in dagboeken. (eindelijk kunnen we dan samen komen tot een totaal overzicht van de Oost Zeeuws- Vlaamse flora. Paddestoelen. S>nds een aantal jaren wordt in de Steense een Clingse bossen weer regelmatig het skhoorntjesbroodwaargenomen. Ook een twee tal amanieten soorten zijn toegevoegd an het huidige bestand, n.l. in 1994 zijn de narcisamanieten de panteramaniet gezien, â– ovengenoemde gebieden zijn zeer aantrekkelijk gebied om paddestoelen te kijken. osekten/Vlinderswerkgroep. Ook in 1994 werd weer meegewerkt aan het trekvlinderonderzoek. Opmerkelijk voor Oost Zeeuws-Vlaanderen waren de waarnemingen van de oranje l jzemevlinderen het Oranjetipje. De Koninginnepage werd nauwlettend geteld om een verzicht te krijgen of dit op handhaving duidt. Heel speciaal was de waarneming van de dipevlinder. Dit is een parelmoervlinderen komt uiterst zeldzaam voor in Nederland. Dit in een toevalstreffer zijn geweest. Het popje hiervan kan zijn meegereisd (b.v. caravan bagage) vanuit zuidelijker streken. e "Kleine Parelmoervlinder" werd afgelopen jaar in de Braakman gesignaleerd, w.b. het Hooibeestje zijn er ernstige zorgen. Sinds 1992 is er van deze populatie een amatische achteruitgang geconstateerd. Mogelijk is dit een naijl effekt van het natte voorjaar 1991 zonder in 1994 was de waarneming van een dagaktieve nachtvlinder in onze streek, het gammauiltje andschapsonderhoud 394 was een uitzonderlijk goed jaar voor de "knotgroep". Zo werd er op 11 verschillende erkdagen door gemiddeld ruim 10 personen gewerkt. Op in totaal 9 verschillende plaatsen werden er o.a. 80 knotwilgen en 15 hoogstamfruitbomen en een stukje zenhakhout gesnoeid. Een uitschieterin positieve zin was 19 februari, toen er door niet inder dan 17 mensen bij de familie Broeckhaert, aan de Zuiddijk bij Hengstdijk werd deelgenomen. Niet onvermeld mag worden dat regelmatig de jeugd zeer goed verte genwoordigd was. Pagina 13

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1995 | | pagina 15