prachtige, als haakjes teruggekromde blaadjes en rode stengeltjes. Daar waar de bodem geheel brak is en dus geen zoet water aanwezig is groeien geen mossen. Op de vochtige delen vind je daar wel o.a. Wilde selder, Melkkruid en Kwelder-zegge! Op vochtige zoete plekken zagen we, naast Parnassia en Moeras-wespenorchis, Rondbladig boog-sterremosen Gerimpeld boogsterremos. In dit milieu groeien ook een aantal zeldzame soorten die binnen Zeeuws-Vlaanderen bijna uitsluitend hier aan te treffen zijn. Voorbeelden zijn het Rood viltmos (behalve hier slechts éénmaal ten oosten van Clinge aangetroffen; Mosterdijk, 1986), het prachtige Boompjesmos (verder nog slechts éénmaal in "De Plate", Mosterdijk, 1986) en het Gewoon etagemos. Daarnaast werd hier recent ook een soort gevonden die buiten het Westgeul-reservaat recent nergens anders in Nederland werd vastgesteld, met name het Viltig zijdemos (Hoffmann, 1986; Touw Rubers, 1989). Ook komen nog een aantal rode-lijstsoorten (soorten die in Nederland als bedreigd of potentieel bedreigd worden beschouwd; Siebel et al., 1992) voor, met name Gewoon en Sterregoudmos, Moerasgaffeltandmos, Trilveen-viltsterremosen Pluimstaart- haakmos (Hoffmann, 1986, 1992). Deze laatste soorten werden tijdens deze excursie niet teruggevonden. Het Boompjesmos vormt fraaie tapijten en wint plaatselijk de concurrentiestrijd van Puntmos, wat wijst op een stabielere grondwatertafel. Er waren ook plekjes met Glanzend veenmos. Daarin was goed te zien op welke microschaal de gradiënten zich hier manifesteren: tussen het veenmos groeit Parnassia. Deze wortelt in de kalkrijke, basische zandbodem onder het veenmostapijt. Het veenmos zelf groeit op de zure humus en in een maar enkele millimeter dik waterlaagje dat zuur van aard is. In dit veenmoslaagje groeit nog een indicator van zure, voedselarme milieus, de Ronde zonnedauw, een klein, ondiep wortelend, vleesetend plantje, dat je in de omringende voedselrijke Zeeuwse polders tevergeefs zult zoeken. In het water drijvend, vonden we tussen wat rietstengels het Gewoon sikkelmos. Boompjesmos Dichterbij de Braakmankreek ligt een gebied dat nu door koeien begraasd wordt. Op drogere, schralere plekken groeit o.a. Gaffeltandmos (in pollen), Groot duinsterretje, Grijze bisschops muts, Duinklauwtjesmosen Zandhaar- mos. Daartussen komen de op de grond groeiende korstmossen Gevorkt heidestaartje (op veel plaatsen dominant) en Groot leermos voor. Boomstammen Op boomstammen vind je weer heel andere leefgemeenschappen van mossen, korstmossen en wieren. Je vindt er allerlei gradiënten, van nat (westzijde en regenbanen) naar droog en van neutraal tot sterk zuur. Zo zijn er boomsoorten met een vrijwel neutrale (b.v. Gewone vlier), licht zure

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1995 | | pagina 11