Een onderzoek naar overwinterende Blauwe
Reigers door Henk Castelijns
Methode
Pagina
20
Jaarlijks worden in Zeeuws-Vlaanderen in het tweede weekeinde van januari alle
watervogels geteld. Weliswaar worden tijdens zo'n telling alle soorten watervogels
genoteerd, maar is de telling alleen volledig voor vogels die groepsgewijs leven in
overzichtelijke (open) gebieden. Soorten die hieraan niet voldoen, worden onder
schat. Uit dit artikel zal blijken dat zelfs bij een telling van een grote soort als de
Blauwe Reiger een behoorlijke onderschatting kan plaats vinden.
Sinds de winter van 1989/90 wordt in
Midden Zeeuws-Vlaanderen tussen
half december en half januari van
enkele karakteristieke overwinterende
soorten het aantal bepaald. In het
begin stonden soorten en methode
niet vast. De Blauwe Reiger wordt
geteld sinds de winter van 1990/91
De eerste twee jaar werden alleen
waarnemingen op de teldagen
genoteerd.
Later werden alle in de periode
november tot en met februari waar
genomen Blauwe Reigers met dag
van waarneming op een kaart ingete
kend (gekarteerd). Daaruit bleek dat
een bepaald exemplaar gedurende
weken in dezelfde omgeving verblijft.
Bij een telling kan hiervan gebruik
worden gemaakt; men kan de vogels
van te voren al opsporen en als op de
dag van de telling een bepaalde vogel
wordt gemist, kan men deze later
alsnog proberen te vinden. Blijkt de
vogel dan wel aanwezig, dan wordt
deze alsnog meegeteld. Om dubbel
tellingen te voorkomen, gebeurt dit
pas nadat is vastgesteld dat de buren
er ook nog zijn en alleen met waar
nemingen die vallen tussen half
december en half januari.
In de winter van 1992/93 werd door
leden van de Vogelwerkgroepen van
de Steltkluut en 't Duumpje een
onderzoek georganiseerd naar de
Torenvalk. Dat leek de meeste waar
nemers wel wat weinig, vandaar dat
Buizerd en Blauwe Reiger in het
onderzoek werden betrokken. De
waarnemers werden verzocht het
gebied twee keer te bezoeken; één
maal tussen 13 en 22 november en
éénmaal tussen 15 en 24 januari en
alle waargenomen Torenvalken,
Buizerden en Blauwe Reigers onmid
dellijk op een kaartje in te tekenen.
Het aantal overwinterende Toren
valken werd redelijk goed in kaart
gebracht; voor deze telling was
namelijk een instructie geschreven.
De Buizerd werd hierin niet genoemd,
maar omdat hij in Zeeuws-Vlaanderen
toch vaak in het hetzelfde soort
gebieden is aan te treffen, vielen de
onderzoeksresultaten niet tegen. De
combinatie met de 'watervogel'
Blauwe Reiger was geen succes.
Sommige waarnemers waren de soort
gewoon vergeten en andere leverden
duidelijk onvolledige tellingen in. In dit
verslag komt alleen de Blauwe Reiger
ter sprake; Buizerd en Torenvalk
volgen later.