Aantal overwinteraars Leeftijd Gedrag Pagina 21 Voor 60% van het onderzoeksgebied werden gegevens ontvangen. De resultaten van beide tellingen zijn samengevoegd in figuur 1. De januariwaarnemingenzijn de basis, november waarnemingen worden alleen weergegeven als van een bepaalde lokatie geen januariwaar- neming voorhanden is. In totaal werden in januari 111 Blauwe Reigers gemeld. In november verbleven nog eens 25 ex. op andere lokaties. Er van uitgaande dat ze er in januari nog waren komt het totaal op 136 ex. Omdat slechts 60% van het gebied werd geteld, verbleven in Zeeuws- Vlaanderen in januari 1993 minimaal 225 ex. Uit de resultaten van Midden Zeeuws-Vlaanderen zal blijken dat dit is een absoluut minimum is. WINTER AANTAL METHODE 1990/91 >17-20 watervogeltelling 1991/92 >14-16 watervogeltelling 1992/93 34-36 watervogeltellingAartering 1993/94 47-51 watervogeltelling/fcartering 1994/95 54-57 watervogeltelling/ltartering Tabel 1: Aantal In Mldden-Zeeuws- Vlaanderen overwinterende Blauwe Reigers. In tabel 1 is voor de winters 1990/91 tot en met 1994/95 een overzicht gegeven van het aantal in Midden Zeeuws-Vlaanderen omstreeks de jaarwisseling verblijvende Blauwe Reigers. Voor de eerste twee jaar (1990/91 en 1991/92) zijn de gegevens onvolledig. Later zou namelijk blijken dat de methode niet voldeed (zie Methode). De dichtheid in Midden-Zeeuws- Vlaanderen (oppervlak 81 km2) bedroeg in 1992/93,1993/94 en 1994/95 achtereenvolgens 0,43, 0,60 en 0,66 ex./km2. Als de dichtheid voor geheel Zeeuws-Vlaanderen (opper vlak 750 km2) in 1992/93 gelijk zou zijn aan die in het Midden, zou het aantal overwinteraars 320 hebben bedragen. Die winter was het aantal overwinteraars niet eens zo hoog. In gunstige jaren zoals de winter 1994- /95 zou het voor geheel Zeeuws- Vlaanderen wel eens om 400 -500 ex. kunnen gaan. Een uitdaging voor de Vogelwerkgroep een herkansing aan te gaan! In de winter van 1994/95 werd van 31 in Midden Zeeuws-Vlaanderen over winterende Blauwe Reigers de leeftijd bepaald; tien ervan waren onvolwas sen. In Saeftinghe waren van de zeven vogels er zes onvolwassen. In Midden Zeeuws-Vlaanderen foerageren Blauwe Reigers 's winters vrijwel uitsluitend in en nabij water; sloten, vijvers, kreek- en kanaal- oevers etc. Ze werden ook wel gezien op akkers (10%), maar stonden daar meestal te rusten. In de literatuur wordt vermeld dat ze leven van vis, amfibieën, kleine zoogdieren (mollen en muizen) en insekten. Afgaande op het biotoop waarin ze werden waar genomen, zal het merendeel het in Zeeuws-Vlaanderen het moeten hebben van vis, eventueel aangevuld met andero in en bij het water leven de organismen. In het buitendijkse Saeftinghe foerageren Blauwe Reigers vrijwel

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1995 | | pagina 23