broedden. In 1993 werd voor het eerst geheel Oost Zeeuws Vlaanderen geteld en zodoende kon een redelijk precieze schatting worden verkregen, in dat jaar nl. werden 2414 bewoonde ïesten geteld. Rekening houdend met 3en ondertelling, vooral in gebieden die voor het eerst of nog maar sinds enkele jaren werden geteld en met tellingen in onover-zichtelijke gebieden(zoals steden en dorpen) ■Jient het werkelijke aantal aanwezige nesten te worden ver-hoogd met 10 tot 20%. Tevens worden veel nesten gemist wanneer pas in augustus wordt geteld. Vele nesten vallen nl. tijdens hevige regen-val of door aanhoudende droogte voor augustus op de grond. Gebruik door Huis zwaluwen van slecht nestmateriaal zal hier ook mee te maken hebben. geteld (>10 jaar) zijn b.v. de binnen stad van Hulst, Braakmanpolderen Kruispolder en omgeving. Hier zullen de gemiste nesten minimaal zijn dankzij de ervaring van de tellers. Na correctie van de aantallen van 1993 kom ik tot een totaal aantal broed- paren voor Oost Zeeuws Vlaanderen van 2660-2900. Door middel van het vergelijken van een aantal broed- populaties gedurende een aantal jaren kan een trend worden geconsta teerd. Zie tabel 1. Uit mij bekende gegevens blijkt dat de populatie in 1986 t.o.v. 1985 met 10% is gestegen, zodoende moeten er in 1985 3320-3620 paartjes in Oost Zeeuws Vlaanderen hebben gezeten. De aantallen geschat door J. de Bakker zijn mijns inziens dan ook te laag. Wi tlrctnp ON\JoU^ifVSSQJ Uit eigen ervaring weet ik dat vaak pas na vele jaren tellen in eenzelfde gebied de werkelijke aantallen worden opgemerkt. Vaak worden vele jaren kolonies of losse paartjes gemist. Gebieden die al vele jaren worden Indien we uitgaan van een achteruit gang van de populatie tussen 1969 en 1985 met 60-70% dan hebben er in 1969 5350-6225 en in het topjaar 1974 7700-9000 paartjes in Oost

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1995 | | pagina 10