DE HUISZWALUW ALS BROEDVOGEL IN OOST ZEEUWS-VLAANDEREN (1986-1994) door M.A. Capello Dit is een verslag van mijn bevindingen en resultaten van negen jaar broed- vogelonderzoek in Oost Zeeuws-Vlaanderen. Ik ben zelf begonnen met het tellen van de Huiszwaluwen in 1986 en heb dit tot heden weten te continu eren, Tevens heb ik getracht in de loop van de jaren andere mensen te stimuleren om ook een stukje Oost Zeeuws-Vlaanderen te tellen. Gezien het feit dat de laatste jaren ongeveer 30 tot 35 mensen jaarlijks meetellen, lijkt mij dit erg geslaagd. De reden dat veel mensen met plezier tellen is dat het per jaar slechts enkele uren tot enkele dagen duurt om ze te teilen en omdat men niet veel ervaring in broedvogeltellen nodig heeft om het te doen. Wel is het belangrijk dat men zelf er van overtuigd is om een gebied grondig te tellen. Gezien het feit dat met op elk moment van de dag kan tellen, dus niet persé 's morgens vroeg om vijf uur, en de beste periode om te tellen aanvangt in juli tot en met begin augustus met mooi weer speelt zeker ook een rol. De reden waarom ik zelf ooit ben begonnen de vogels te tellen was in eerste instantie het feit dat ik zwaluwen bijzonder mooi vind, het zijn toch de per fecte vliegmachines? Later werd het mij steeds duidelijker dat het gewoonweg slecht ging met de Huiszwaluw, daarom probeerde ik andere mensen te overtuigen van de noodzaak de aantalsontwikkeling nauwkeurig in de gaten te houden om indien nodig groot alarm te kunnen slaan. Als redenen voor de structuele achteruitgang worden over het alge meen gegeven: - toenemende sterfte in de overwinteringsgebieden door droogte, toename gebruik insecticiden, droogleggen moerassen alwaar de vogels fourageren. toenemende sterfte tijdens de trek, denk aan jacht, uitbreiding Sahara, afname grotere prooidieren door verschraling omgeving door bv. schaalvergroting in landbouw en gebruik pesticiden, afname modderpoelen, vooral in de steden. Steden moeten schoon zijn en beginnen steeds meer op "woestijnen" te gelijken. Deze modderpoelen zijn nodig tijdens de periode dat nestbouw plaatsvindt, afname geschikte broedplaatsen, vooral in de landbouw, denk aan de hedendaagse kunststofschuren. toenemende irritatie bij mensen m.b.t. de "poepoverlast" onder de nesten, vooral in de bebouwde kom.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1995 | | pagina 8