Boekenhoekje nr. 3. Pagina 20 broedgevallen. Na 1989 wordt jaarlijks broeden en overzomeren vastgesteld in de streek. De soort blijft echter erg schaars en aantallen nemen vooralsnog niet of weinig toe. Nog steeds hebben vestigingen een incidenteel karakter terwijl de boom valk bekend staat om z'n uitzonderlijke trouw aan een eenmaal verkozen territorium - waarbij overigens wel telkens van nestplaats wordt gewis seld. Op de enige lokatie waar vijf jaar lang achtereen werd gebroed ontbraken de vogels in 1994. De in 1994 uitgevoerde vrij intensieve roofvogelinventarisaties hebben - in tegenstelling tot wat werd verwacht - niet tot een opmerkelijk hoger aantal broedgevallen geleid. Alle gegevens konden worden herleid tot een 6-tal territoria. In slechts 1 territorium werd met zekerheid broeden vastgesteld. Het lijkt erop dat de boomvalk terug vaste voet heeft veroverd in de streek. Het wisselvallige karakter van z'n voorkomen doet echter vermoeden dat het niet meer betreft dan een - zeer kwetsbaar - randvoorkomen. Literatuur: Buise MA F.LL Tombeur 1988. Vogels tussen Zwin en Saeftinghe. NRI Middelburg. Bijlsma R.G. 1993. Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels. Schuyt Co Haarlem. SOVON 1987. Atlas van de Nederlandse vogels. Sovon Arnhem. door K. Duerinck Kijk op Vogels: in bos en heide; In het duin - Samenstelling: Nico de Haan/Marjolein Bastin - Uitgeverij: Bosch en Keuning, Baarn - Prijs: fi. 24,90, gebonden, geïllustreerd - Beschrijving: In deze 2 nieuwe deeltjes van de serie KIJK OP VOGELS, nemen de samenstellers de lezer mee op een boeiende reis door de Nederlandse vogelwereld, leder deeltje behandelt één van de verschillende biotopen die Nederland rijk is. Tot nu toe verschenen 4 deeltjes: In de tuin, Om het huis, Op het platteland en In stad en park. In het bos treffen we de grote bonte specht aan, de boomklever, de geelgors, de tortelduif, de houtsnip en de havik. De heide is het terrein van de boompieper, de veldleeuwerik, het korhoen, de nachtzwaluw. En in het duin vinden we de nachtegaal, de grasmus, de tapuit, de grauwe klauwier, de fazant, de velduil en de kiekendief. De vlotte tekst van Nico de Haan en de tekeningen van Bastin staan borg voor een even speelse als leerzame introduktie in de vogelwereld van onze streken.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1995 | | pagina 22