Fuu! 6 Steenuil 9 Grauwe Gans 1-2 Ransuil 1-2 Bergeend 10 Veldleeuwerik >20 Wilde Eend 75-80 Graspieper >40 Slobeend 0-3 Geie Kwikstaart >40 Kutfeend 11-13 Biauwborst 30-35 Online Kiekendief 2-4 Roodborsttapult 4-8 Torenvalk 3-4 Sprinkhaanrietzanger 0-1 Patri >13 Snor 0-1 Waterral 0-1 Rietzanger 32-35 Waterhoen 36-40 Kleine Kareklet ±130 Meerkoet 35-40 Bosrietzanger >5 Scholekster 10 Grasmus >6 Kievit 16 Rietgors 13-16 Tabel 1: Karakteristieke broedvogelsoorten in de Lovenpolder. Vetgedrukte soorten staan op de Nederlandse Rode Lijst (Vergeer 1995) en grijsgedrukte soorten zijn karakteristiek voor Zeeland (Vergeer Van Zuylen 1994). Voorstellen In het gebied broedt een behoorlijk aantal soorten van de Nederlandse Rode Liist en soorten die karakteristiek zijn voor Zeeland. Vandaar dat als uitgangspunt voor het beheer geldt: handhaving van hetgeen er is en waar mogelijk versterken van de karakter istieke elementen. Dit houdt in dat grootschalige bosaanplant zoals bijvoorbeeld in de IGS wordt geopperd in de Lovenpolder niet thuishoort. Bosaanplant is alleen gewenst in het noordelijk deel van de polder (figuur 1). AanDlanten van dit deel zou DOW Chemical aan het oog ontrekken. Men noemt dergelijke beplanting vaak min achtend schaamgroen: buffer tussen leefomgeving en industrie klinkt heel wat vriendelijker. Een voldoende brede buffer draagt bij aan een fraaiere horizon en beperkt overlast van licht en geluid. Elders vernietigt bosaanplanthet open karakter van het landschap en daarmee het broedbiotoop van soorten op de Nederlandse Rode Lijst en soorten karakteristiek voor Zeeland. Ook waardevolle vegetaties met overgangen van zoet naar zout en planten zoals Rietorchis en Kale Jonker zouden er door verdwiinen. In ons streefbeeld passen natuur en landbouw naast elkaar. Wel moet hier en daar voor buffers worden gezorgd. Het ruimtebeslag daarvan is gering: het gaat enkel om het uit produktie nemen van smalle stroken akkerland langs de kreekoever op plaatsen waar dit nog niet het geval is (figuur 1). Deze

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1996 | | pagina 8