ige levens-cyclus. Door de veel ensievere bewerking van akkers en Handen komen engerlingen vaker vengronds en vormen een gewilde ooi van onder meer vogels. Boven- n viel de afname aardig samen iet het toenemende gebruik van sekten- en onkruiddodende mid- ten. Strenge winters doen de lar- v n ook weinig goed en evenmin ouden ze van natte grond. Het ssultaat was dat de meikever tot in Je tachtiger jaren vrijwel uitgestorven Hek. De opleving nadien wordt in ver- nd gebracht met een aantal zachte inters en met een meer behoudend abruik van bestrijdingsmiddelen o.a. oor lokale overheden bij berm- en -antsoenonderhoud. oostelijk Zeeuws-Vlaanderen heeft deze opleving zich vrijwel uitsluitend voorgedaan op de pleistocene zand- ronden rondom Hulst en langs de ijksgrens. Elders in de streek is de soort nog steeds bijzonder zeldzaam, ook tijdens relatief goede meikever- jaren. Meldingen buiten het dekzand- qebied zijn er alleen van Tasdijk (1x 1989), DOWterrein (2x 1989) en Emmadorp (3 1995). Alhoewel de meikever typisch is oor de meimaand zijn ze gedurende een langere periode te zien. De eer ste exemplaren verschijnen vaak al in april, exeptioneel eind maart en de laatste worden tot in juni gezien. Uit zonderlijk laat was de vondst op 1 juli 1995 van een dood ex. op de Linie te Hulst. Engerlingen kunnen het hele jaar door worden bovengespit; vol wassen kevers vanaf januari. Vroegste en laatste datum waarop kevers zijn gezien (tussen haakjes het aantal waarnemingen in dat jaar) 1982 9.5 (1) 1983 3.6 (1) 1984 15.5 25.6 (4) 1985 18.5 26.5 (7) 1986 18.5 18.6 (16) 1987 19.5 31.5 (8) 1988 27.4 31.5 (38) 1989 27.4 14.6 (60) 1990 18.4 18.5 (18) 1991 29.3 5.6 (15) 1992 26.4 22.5 (15) 1993 6.4 29.5 (23) 1994 28.4 27.5 (17) 1995 7.4 29.5 (45) Na een eerste waarneming in 1982 is de soort geleidelijk aan talrijker geworden elk jaar. Voor een deel komt dit door de publiciteit maar aan een reële toename kan niet worden getwijfeld. Dit kan worden geïllus- reerd met de aantallen waargenomen in de wijk Nieuw Hulst - het enige gebied waar nauwkeurige tellingen worden gehouden. De laatste jaren is in de aantallen alweer een beschei den 3-jarige cyclus te bespeuren. Goede meikeverjaren waren 1989, 1992 en 1995. Daartussen was het minder. Kortom het gaat goed met de mei kever. Uiteraard zit niemand te wachten op de vooroorlogse aan tallen maar dat zit er voorlopig ook niet in. Maar om met de woorden van George Sponselee in dagblad De Stem van 26 september 1984 te besluiten "regelmatig eens een meikever zien is toch niet te veel gevraagd?" Aantallen meikevers waargenomen in Nieuw Hulst met Moerschanswijk. 1982 1 1983 1

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1996 | | pagina 19