die van de Bruine en hebben in ieder
geval een wat grotere staart, en ook
als onderscheiding van de bruine
dikkopjes een licht plekje aan de
onderzijde; de aanzet van de latere
typische lichtere onderzijde van de
Groene kikker?
In de eerste week hebben de larven
voldoende voedsel aan de algen en
micro-organismen. Doch al vrij snel
kunt u bivoeren met visvoerkorrels.
Hierin zitten onmisbare mineralen en
spore-elementen en al zeer vlug
sabbelen ze hieraan en u zult
verbaasd staan hoe snel dat is ver
dwenen. Zogroeien ze als kool en
indien er geen roofinsecten in de
kweekbak zitten, komt een groot deel
van de larven groot. Toen ik in het
begin van de hobby er geen erg in
had, kon ik niet begrijpen hoe een
belangrijk deel van de larven
spoorloos verdween. Tot ik er achter
kwam dat de volwassen Groene
kikkers de kweekbak telkens opnieuw
wilden leegroven. Dat is de reden dat
ik adviseer om de gehele kweekruimte
af te zetten tot iets onder de grond
met volkomen dichte foamplaat. Zo
kunnen de jongen ook niet verdwijnen
en voorkomt u dat de meeste worden
opgegeten door de vraatzuchtige
ouderen.
De voornoemde voedering kunt u tot
aan de metamorfose toepassen.
Onmiddellijk hierna nemen ze nog
uitsluitend bewegend voedsel tot zich.
Een stilliggende prooi raken ze
practisch nooit aan. Om aan
voldoende bewegend voedsel te
komen kunt u als volgt te werk gaan:
In de eerste weken hebben ze
voldoende aan b.v. fruitvliegjes.
Hiertoe legt u op een paar stenen een
stuk gaas met daarop flink wat
rottende pruimen of ander fruit. Al snel
komen hier een massa fruitvliegjes op
af en u zult zien dat de jonge kikkers
al snel doorhebben wat daar te halen
is. Doordat deze fruitvliegjes meest
aan de onderzijde van het gaas
verblijven, kunnen de jonge kikkers ze
hier wegvangen en tevens schuilen. In
een later stadium kunt u ook kleine
meelwormen voeren en u zult er
versteld van staan dat ze bij een
lengte van amper 2 cm een hele
middelgrote meelworm opslokken. Ga
ook eens met een schepnet door
planten en dichte vliertrossen. Al het
kriewelende spul dat zich hierin
bevindt, verdwijnt in de kortste keer in
hun magen. De jonge kikkertjes
pakken soms een meelworm. die al
voor het grootste deel door een
soortgenoot is ingeslikt, van elkaar af.
Het kweken in een vijver zonder
afzetting geeft teleurstelling i.v.m. met
het aantal kikkers dat u zult
overhouden. Immers, er zijn een
heleboel belagers in de vorm van
vissen, insecten en niet te vergeten,
vogels. Ik heb meerdere malen
gezien dat merels de kikkervisjes
wegplukten, die net aan de rand
omhoogzitten van de proefvijver.
Watertorren, Bootsmannetjes, larven
van libellen en zelfs kleine visjes eten
de dikkertjes.
In de grote natuurvijver heb ik me er
eens toe laten verleiden om stekel
baarsjes te gaan houden. Welnu, dat
heb ik geweten. Het zijn leuke,
boeiende visjes, dat wel, maar na een
paar jaar zaten er duizenden in de
vijver en het heeft me heel wat moeite
gekost om ze kwijt te raken. Het is
uitendelijk gelukt in de droge zomer
van 1995. Toen moest de sliblaag
worden verwijderd en om die reden
moest de vijver geheel droog gepompt
worden. Zelfs in het kleinste beetje