in een grote vijver met veel schuil- gelegenheid in de vorm van talloze oeverplanten is er wel overlevings- kans, maar de biologische cirkels ontbreken nu eenmaal in een klein schalig biotoop. Wel heb ik geconstateerd dat bij een abnormaal groot aantal larven de ontwikkeling van de metamorfose stagneerde. Van een relatief klein aantal van 90 tot 100 per speciekuip-biotoop gaat de ontwikkeling normaal verlopen. Het leeft natuurlijk ook te maken met de weersgesteldheid. Ook de opgroei ende kikkertjes worden nog belaagd door vijanden. Ik denk echter dat, in tegenstelling tot wat in boeken nogal eens staat te lezen, de Egel nu niet direct de grootste kans heeft om ikkers te pakken. Als hij nl. schuife lend en briesend op stap gaat, zullen de meeste kikkers wel terug in het water springen. Ik heb het in elk geval nog nooit waargenomen. Wel heb ik katten ze zien verminken en eenden eb ik er tot stikkens toe zien ver schalken. Van de kikkertjes van pak weg een half jaar oud kunnen er volgens mij ook veel ten prooi vallen aan spitsmuizen. Het is dus altijd spannend welke van de kwekelingen na de winter weer verschijnen. Pagina 21 opwellend bodemwater kunnen ze blijven overleven en zo heb je dan weer een vijver vol. Indien u toch een dergelijk visje in de vijver wilt, neem dan een paar visjes van hetzelfde geslacht. Maar vergissen is dan menselijk en binnen de kortste keren hebt u weerHet is dus letterlijk kiezen of delen in uw tuin. Dit jaar, 1996, kwamen er van de populatie Bruine kikkers 31 terug. Van de Groene tot 8 mei 4 stuks grote en vermoedelijk 7 kleintjes. Misschien dat er tijdens de komende weken nog vrouwtjes bijkomen want tot nu toe is er nog geen dril van de Groene kikker in mijn vijver geconstateerd. Het kan ook zijn, dat ze nog niet geslachtsrijp zijn. De eerste Bruine kikkers ver schenen op 11 maart en hun legsels lagen zelfs onder een laagje ijs. Dit verhinderde in het geheel niet, dat de larven uitkwamen. De eerste Groene kikker werd dit jaar waargenomen op 14 april. De eerste kwakende Groene op 17 april. Nu nog iets over de vele misver standen. In de literatuur vinden we dat de kikkers na het eieren afzetten de poel verlaten. Ik heb echter in de lange jaren van observatie waargenomen dat een en ander wat ingewikkelder in elkaar zit. De Bruine kikker verblijft zelfs een aantal weken op de bodem van de vijver en komt af en toe nog eens boven op de kant. Bij regenachtig weer zijn ze eerder geneigd om te gaan fourageren, maar in het algemeen is het net of ze langzaam op verhaal moeten komen. Pas in juni-juli kunt u ze zwervend aantreffen tot op zo'n 100 mtr van de vijver en dat dus weer tijdens of na een regenbui. Het gehele jaar zijn ze toch af en toe voor 60% te vinden in of bij het water. De Groene kikker gaat in de paartijd wel trekken naar andere poelen of vijvers, (koorvorming!), maar verblijft zoals al eerder vermeld, de meeste tijd in of onmiddellijk bij het water. Ook over het kwaken nog dit: bij de Bruine kikker is dit een vrij zacht gekwaak, hetgeen meer op kreunen lijkt. Sommige mensen horen het zelfs niet eens, behalve misschien in de paartijd. Het geluid is dan wat luider en intensiever. Na de ei-afzettingen roepen ze nog tot ongeveer september naar soortgenoten, voornamelijk tijdens zwoele avonden

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1996 | | pagina 23