DE STELTKLUUT
een telling. Van Torenvalken moest indien mogelijk het geslacht worden bepaald. Alle waarnemingen
dienden te worden ingetekend op een topografische kaart.
Herkenning van man en vrouw Torenvalk
In verband met de herkenning van man en vrouw Torenvalk zijn door Walter De Smet op voorhand
dia's vertoond van door hem in de winter tijdens ringen gefotografeerde Torenvalken. Daarop was
duidelijk te zien dat waarnemers die alleen afgaan op de kleur van de staart jonge mannetjes voor
vrouwtjes kunnen aanzien. Voor jonge mannetjes is de kleur van de rugveren het enige goede
criterium: alle jonge vogels vliegen uit in vrouwtjeskleed en ruien vanaf het najaar naar het
mannetjeskleed. De eerste kenmerken van dit kleed zijn te zien op de rug. De nieuwe veren krijgen er
de typische warme roestbruine kleur van het volwassen mannetje.
Figuur 1: De Torenvalk in Zeeuws-Vlaanderen in de winter van 1992/93. Open bolletjes waarnemingen in |anuari en
eventueel in november en dichte bolletjes waarnemingen in november. Zie ook tekst.
Kwaliteit van de telling
Bij het uitwerken van de resultaten bleek dat sommige waarnemers de tellingen hadden
gecombineerd met die van ganzen (november) en watervogels (januari). Deze worden geteld op een
van te voren afgesproken dag. Met de weersomstandigheden wordt geen rekening gehouden. In
november waren de weersomstandigheden tijdens de ganzentelling gunstig en kon, omdat er
nauwelijks ganzen waren, alle aandacht uitgaan naar Torenvalk en Buizerd. In januari was de kwaliteit
van de telling veel minder: het regende en er moesten te veel soorten in een keer worden geteld. Ook
waren sommige waarnemers het onderzoek naar Torenvalk en Buizerd vergeten.
Goed werk kost tijd
In Midden Zeeuws-Vlaanderen worden sinds de winter van 1990/91 Torenvalken en sinds die van
1992/93 Buizerden geteld. In de loop van de jaren is de methode aangepast. Sinds 1992/93 worden
overwinterende Torenvalken en Buizerden in enkele dagen geteld en wordt de telling aangevuld met