DE STELTKLUTJT
Vogels kijken bij Banc d'Arguin Mauretanië
door M.A. Buise
Van 16 t/m 20 september 1990 verkeerde ik in de gelukkige omstandigheid
met een schip ten anker te liggen op slechts enkele kilometers van Cap Blanc
(pos.: 20-49N 016-59W; A in figuur) iets ten noorden van Banc d'Arguin, een
belangrijke pleister- en overwinterplaats voor Europese trekvogels. Voordien
hadden we al twee maal 2-3 weken ten anker gelegen bij Nouadhibou
gedurende de zomermaanden maar dat was telkens meer buitengaats (B in
figuur). Op die ankerplaats werden toen weinig soorten waargenomen,
overwegend sterns en een enkele meeuw.
De wind blies de hele ligtijd uit noordelijke richtingen, 's Ochtends varieerde de
richting enigszins, gedurende de namiddag was hij steeds pal noord. De kracht nam
o.h.a. toe in de loop van de voormiddag om de rest van de middag ongeveer
constant te blijven. De luchttemperatuur te 12.00 uur was telkens duidelijk hoger
dan die te 16.00 uur. Gedurende de hele periode was er geen neerslag. Het zicht
was redelijk tot goed ondanks het stof in de lucht afkomstig van de ertshopen bij
Nouadhibou.
Weergegevens:
datum
08.00-1200
12.00
14.00-16.00
16.00
15.9
NNW
5-3
27
N
3
24
16.9
NE-NW
2-3
25
N
3-4
24
17.9
N-NNW
4-6
27
N
6
23
18.9
N
3-6
26
N
6
22
19.9
N-NNW
3-5
23.5
N
5
22
20.9
N
4-6
25
N
6-4
22
Observaties waren alleen mogelijk gedurende de ochtenduren van 08.00 tot 12.00
uur en 's middags tussen 14.00 en 16.00 uur. Het gros van de waarnemingen werd
gedurende die perioden verricht. Waargenomen werd vanaf de brug van het schip
op circa 28 meter hoogte boven zeeniveau. Er was een ongehinderd zicht in alle
richtingen.
Alleen bekende "Europese" soorten werden genoteerd. Puur "Afrikaanse" soorten
konden door gebrek aan kennis hierover en het ontbreken van determinatiewerken
nauwelijks op naam worden gebracht. In sommige gevallen - met name van vogels
die gedurende langere tijd aan boord verbleven of dood werden gevonden - zijn
uitvoerige beschijvingen opgemaakt die later - oktober 1990 - zijn getoetst aan de
handboeken en andere literatuur.
Het meest opvallend waren de vele landvogels die werden waargenomen, vooral
de zangers waren zeer goed vertegenwoordigd. Dagelijks waren tientallen van deze
vogeltjes aan boord, waarvan slechts steeksproef-gewijs een exemplaar precies op