Pagina 14 Hieruit blijkt dat de baardmossen soms blijken te groeien (kwijnen) tussen andere korstmossoorten die normaal gesproken voorkomen op bomen met een zwak zure tot neutrale schors. Vaak worden deze neutrofytische soorten algemener op plaatsen waar veel ammoniak in de lucht zit, zoals de kroesmossen, dooiermossen en het Vliege- strontjesmos. Langs de andere kant is er op deze bomen sprake van een meer dan gemiddeld (voor Zeeuws-Vlaanderen, eigen inschatting) voorkomen van de zuurminnender soorten Eikemos en Gewoon schorsmos. Tot deze acidofytische soorten behoren overigens ook de meeste baardmossen. Van de twee exemplaren die eind '96 nog aanwezig waren is heel voorzichtig een klein stukje afgesneden, voor verdere micros-copische determinatie. Het lijkt hier te gaan om Usnea subfloridana (determinatie met stereomicroscoop). Dat is ook wel het meest waarschijnlijk, omdat dat de minst zeldzame soort binnen Nederland is. Dergelijk kiein, onderontwikkeld materiaal hoort echter met de nodige omzichtigheid behandeld te worden. Voor de zekerheid houden we het hier dan ook op Usnea spec. Hoewel we de laatste jaren behoorlijk intensief naar korstmossen op bomen gespeurd hebben is de kans groot dat er nog meer baardmos-vindplaatsen zullen zijn. Immers, niet alle bomen zijn bekeken en je ziet die kleintjes gemakkelijk over het hoofd. We concluderen dat de baardmossen hier toch zeldzaam zijn en dat de gevonden exemplaren een klein, slecht ontwikkeld, of kwijnend bestaan leiden. Deel van een takje van het baardmos op de es te zaamslagveer Met dank aan Maurice Hoffmann voor de controle op de determinaties en het kritisch nalezen van het manuscript. Literatuur: Aptroot, A. en Van Herk, K. 1994. Veldgids Kortstmossen. KNNV Uitgeverij. Brand, A. M., Aptroot. A., Bakker. A. J. van Dobben, H. F. 1988. Standaardlijst van de Nederlandse korstmossen. Wet. Med. KNNV 188, 68 pp. Dobben H.F., van. 1978. Korstmossentabel, De Nederlandse Macrolichenen. Jeugdbondsuitgeverij. Dobben H. F., van Ter Braak, C. J. F. 1993. Monitoring of epiphytic lichens in The Netherlands (1977- 1990), in van Dobben. H., Vegetation as a Monitor for Deposition of Nitrogen and Acidity. Proefschrift Rijks universiteit Utrecht, 214 pp.: 79-102. EXCURSIE Voor wie eens nader wil kennis maken met de wereld van de korstmossen bieden we u een speciale excursie aan: datum: 23 februari, tijd: 10.00 uur, plaats: verzamelen hoek Bellamystraat-Frederik van Eedenstraat in Terneuzen. Zie ook het excursierooster. Daarbij zullen we op vindplaats 2 het hierboven beschreven baardmos kunnen tonen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1997 | | pagina 16