DE DAGEN BEGINNEN ALWEER TE LENGEN. Als er me eens iets te binnen schiet dat leuk of zinvol om te onthouden lijkt, durf ik het wel eens opschrijven. Zo heb ik eens genoteerd: Een opti mist is iemand die op Eerste Kerstdag opmerkt dat de dagen alweer aan het lengen zijn. Nog optimistischer kan niet, dacht ik, maar ik had buiten Els, ik ben haar man, gerekend. Die zei zomaar terloops toen ze in de tweede week van december na het ontbijt de gordijnen openschoof: 'Over een dag of tien beginnen de dagen alweer te lengen.' Ik werd er een beetje door verrast, maar het was wel de aanleiding om in de tuin eens wat aandachtiger dan anders rond te kijken. Verdraaid! De kamperfoelie loopt al uit. De blaadjes zij weliswaar maar enkele millimeters groot, maar het zijn wel blaadjes en al weer nieuwe en de oude zijn nog maar pas door de wind alle kanten opgewaaid. Mocht het echt gaan vriezen, dan zullen ze daar niet van opknappen, maar deze heester heeft kennelijk zoveel knoppen in reserve, dat er best eens wat mogen sneu velen. Eenmaal de winter echt voorbij, haalt hij zijn schade heus wel weer in. Voor de klimop zijn bladeren geen probleem: hij verliest ze nooit. Dat wil zeggen: hij verliest ze nooit allemaal tegelijk. Net als coniferen, die ook eeuwig groen lijken, maar wel degelijk periodiek naalden verliezen (een dennenbos ligt er immers vol mee) 'ruit' de klimop ook. Maar wat hem half december zo aantrekkelijk maakt: hij staat volop in bloei. Hij draagt zowel bloemen als nog niet rijpe vruchten. door George Sponselee De bloemen staan in licht bolvormige schermen. Vooral de meeldraden val len op. Zij zijn wat gelig van kleur en groeien wat uitstaande op het groene vruchtbeginsel. Eenmaal rijp kleuren de bessen zwart. Ook de eik draagt zijn blad nog, weliswaar verdord, maar het zit er nog aan. Onze meest algemene eik is de zomereik, die met de hele korte bladstelen, maar ook de wintereik komt hier voor. Die zijn bladeren zijn wat langer gesteeld. De namen die deze twee soorten dragen, zou betrek king hebben op het al of niet verliezen van het blad in de winter. De wintereik zou zijn bladeren (of toch heel veel ervan) de hele winter door behouden en de zomereik niet. Een mooi verhaal, maar het klopt niet: beide soorten behouden vaak hun bladeren tot in het voorjaar, niet zozeer de bomen, maar wel als het hakhout betreft. Let wel, het zijn wel degelijk twee soorten en het is leuk verzonnen natuurlijk die namen zomer- en winter eik, maar het ligt echt helemaal anders. Er was eens een man die een grote schuld moest aflossen, maar omdat hij geen cent bezat, dreigden zijn schuldeisers hem te doden. Hij wendde zich tot de duivel, die was inderdaad bereid hem te helpen, maar natuurlijk niet voor niets: de man moest hem zijn ziel beloven. 'Daar kan ik mee leven,' zei hij, 'maar nu nog niet, pas als alle bomen kaal zijn'. Zoveel tijd gunde de duivel hem nog

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1997 | | pagina 18