Ook de barmsijs deed het goed deze periode, vanuit de gehele regio kwamen meldingen binnen (ook vanuit de schorren). Een europese kanarie* zat op 24-10 in de bosjes bij het gemaal Paal (HC). Appelvinken blijven schaars in Zeeuws-Vlaanderen, slechts 1 waarneming 23-11 1 ex. Braakman Zuid (HC). Deze zomer werden er ook nog enkele exemplaren waargenomen in Terneuzen (MC). Een graszanger# had dit jaar een territorium te Saeftinghe op de grens van België met Nederland (PM, PW). Een sprinkhaanzanger liet zich tot 03-08 horen bij De Schommeling (TY). Het was een goede periode voor sneeuwgorzen*, de eerste werd al waargenomen op 16-10 langs de zeedijk nabij de Piaskreek (GvdW). Daarna volgden er nog waarnemingen van de zeedijk bij Terneuzen max. 9 (div), zeedijk tussen de Griete en het Hellegat max. 43 (AW) en vanaf de Spaarbekkens, 30-11 1 ex. (AK). grote pieper*: 12-10; 2 ex. Piaskreek (AW), daarnaast was er een melding van 1 ex. vanuit het Hondegat (Saeftinghe) op 16-11, div. Slechts 2 grote gele kwikstaarten werden waargenomen, beiden overvliegend over Terneuzen in oktober, waarschijnlijk wordt deze soort vaak over het hoofd gezien. Dit voorjaar werd er al een red-whiskered bulbul (ontsnapt) waargenomen in de Amstelstraat te Terneuzen (MC, CC, SC), deze zomer wist deze soort succesvol 4 jongen groot te brengen in de Oranjebuurt te Terneuzen. In het najaar was deze soort dan ook met 6 exemplaren bijna dagelijks te bewonderen in de tuinen aldaar (dhr. de Vries) OVERIG NIEUWS (in samenwerking met E. Taelman) Een vos werd dood gereden nabij Westdorpe op 29-10. Een bijzondere overdag vliegende nachtvlinder met alleen een Latijnse naam (Nomo phylanolthuella) werd begin oktober in grote aantallen (374) vastgesteld in de bossen van St. Jansteen (ET). Een andere vlinder met alleen een Latijnse naam (Heliothis pelticera) werd vastgesteld in de bossen van St. Jansteen op 28-8 en nabij Hulst op 31-8 (ET). Keizermantels werden waargenomen op 05-08 in Emmadorp en op 12-08 in Hengstdijk. De oranje luzernevlinder vloog zeer goed deze zomer, vooral bij Marleenkruiden (kruidenteelt bedrijf) werden er vele gezien, maximaal 31 waarvan 3 van de gele vorm. Na de oogst van de kruiden, wordt hier vaak luzerne ingezaaid als groenbemester. Dit is natuurlijk ideaal voor vlinders. De koniginnepage vloog iets minder goed, maar er werden toch nog 9 exemplaren gemeld. Een proefje om met geurstoffen mannelijke exemplaren van wespenvlinders te lokken leverde op 09-08 op de Liniedijk te Hulst een populierenwesp- vlinder en een wilgenwespvlinder op. Een rups van de prachtige doodshoofdvlinder werd gevonden bij de Graauwse Paal en ligt nu als pop te wachten op het komende voorjaar op de zolder van ET. Bijzondere libellen werden vastgesteld nabij de zuigput van de Spaarbekkens (groene glazenmaker en vuurlibel). Daarnaast werden diverse zwervende heidelibellen waargenomen, maximum 18 in de Nieuw Othenepolder. In deze put in de Nieuw Othenepolder werden ook jonge rugstreeppadden gezien. Met dank aan de waarnemers: TY T. Usebaert, MC M. Capello, CC C. Capello, SC S. Capello, ET E. Taelman, HC H. Castelijns, Mca M. Castelijns, WC W. Castelijns, AK A. Kind, GS G. Sponselee, EN E. Neve, GvdW G. van de Wege, JM J. Maebe. JP J. Poortvliet, Wvk W. van Kerkhove, WW W. Wisse, AS A. de Smet, AW A. Wieland. FT F. Tombeur, CR C. Riemslag. PM P. Meininger, FA F. Arts, PW P. Wolf.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1997 | | pagina 26