HET KANONGEWEER waren uit te roeien. Dat is uit de tijd, vandaar dat tegenwoordig ais argument wordt gebruikt dat Kraaien en Eksters eieren en jongen van zang en weidevogels eten en de stand van deze vogels daaronder te leiden heeft. Onzin! Na velen jaren broedvogel- onderzoek is ons daarvan niets geble ken. Nee laat u niets wijs maken, het gaat degene die dat zeggen (helaas vaak degene die in het bezit zijn van een jachtakte) er om zelf een groter aandeel Wilde Eenden, Houtduiven, Patrijzen, Fazanten, Hazen en Konijnen te kunnen bemachtigen. Zij zitten in dit geval dus fout, want Kraai en en Eksters zouden hun medestan ders moeten zijn. Die zorgen er namelijk voor dat de stand van met name Houtduif, Fazant en Wilde Eend, soorten die vaak schade aan landbouwgewasen veroorzaken, niet al te zeer toeneemt en helpen daardoor schade aan landbouwgewassen te beperken. Dat is nu juist in volgens ons de enig legitieme reden om te mogen jagen. We zullen DOW dan ook vragen de door hen uitgegeven jachtovereenkomsten zodanig te wijzigen dat voortaan alleen nog maar gejaagd mag worden op dieren die schade aan landbouwgewassen veroorzaken. door George Sponselee Mare Buise publiceerde er al eens over in de Steltkluut (Jrg 13, 1983, pag 120- 122) en ook in het nieuwe Saeftingheboek 'Saeftinghe, het Verdronken Land' wordt er uitvoerig op ingegaan. De daarin opgenomen afbeelding is wat summier en om de historie vast te leggen, nemen we bijgaande afbeelding en bijbehorende korte omschrijving op die we vonden tussen wat paperassen. Tekst en afbeelding zijn waarschijnlijk afkomstig uit een informatieblad dat het Ministerie destijds toezond aan het toen zo omvangrijke leger Controleurs Vogelwet 1936. In onze contreien is toch wel erg veel gejaagd met dit soort schiettuigen, vandaar dat we publicatie in ons orgaan belangrijk vinden. Door de vermoedelijke bron te noemen, hopen we geen inbreuk gemaakt te hebben op enig copy-right. Een vraag die steevast op de examens Controleur-Vogelwet 1936 moet worden beantwoord is: 'Noem de z.g. verboden vangmiddelen, genoemd in artikel 14 van het Vogelbesluit 1937'. Tot de verboden middelen behoren: 'kanongeweren, geweren, die niet geschikt of bestemd

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1997 | | pagina 24