DE STELTKLUUT geeft. Handig, want soms weet je niet zeker welke keuze je moet maken. Bij deze manier van determineren kun je meerdere keuzes tegelijk aangeven. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de libellen van Vlaanderen, G. de Knijf i Anselin, Med. Inst. Natuurbehoud 4, Brussel, 1996. 90 blz. Prijs Bfr. 450,-. Te bestellen bij tnstituit voor Natuurbehoud, t.a.v. de Bibliotheek. Liniekstraat 25, B-1070, Brussel. Dit is weer een voorbeeld van hoe waardevol veldbiologie kan zijn. De gegevens over de soorten vullen het grootste deel van deze uitgave, maar ook de beschrijving van ce meest bedreigde leefgebieden geeft nuttige informatie. De algemene bespreking en de aspecten van libellen bescherming zijn er kort. Met name dit laatste is in deze vorm overbodig. Kortom, verplichte literatuur voor natuurbeschermers en beleidsmakers en belangrijke informatie voor libellenliefhebbers. Nieuwe insectengids. M. Chinery, Tirion Baarn, 3de druk 1997, 320 blz. ISBN 90 5210 101 l Vert. En bew. C. van Achterberg e.a., Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Leiden. Prijs f 49,50 Volgens de persinformatie bevat deze gids meer afbeeldingen (meer dan duizend) dan enig andere Europese insectengids. Het is niet duidelijk wat er veranderd is ten opzichte van de 2de druk, maar wie nog steeds werkt met de eerste, indertijd tij Elsevier verschenen druk moet nu toch eens aan vervangen gaan denken. Hoewol geen enkele algemen gids compleet kan zijn, is dit zonder twijfel met afstand de bes e gids. Bij de tekst wordt aangegeven of de soort in Nederland of Belgie voorkomt en of er gelijkende (niet afgebeelde) soorten voorkomen. Zijn geld meer dan waard. Atlas van de Nederlands vleermuizen, H. Limpens, K. Mostert W. Bongers. KNNV Uitgeverij, Utrecht 1997. Prijs f 44,50 Door de batdetector, een draagbaar 'radiootje' dat de 'uitzendingen' van vleermuizen hoorbaar maakt, is de vleermuis uit het verborgene gekomen. Vleermuizen immeis sturen hoogfrequente geluidspulsen uit die, nadat ze zijn teruggekaats door een prooi weer worden opgevangen en daarmee is de prooi gelokaliseerd. De batdetector brengt de ultrasonore frequenties terug tot voor de mens hoorbaar geluid. Verassing: elke soort vleermuis zijn eigen geluid. Dus: in schemer en donker zijn vleermuizen op te sporen en kan men precies vaststellen met welke soort men van doen heeft. Sincs de jaren tachtig gingen talloze veldonderzoekers, in Nederland bijeengebracht door ce Stichting Vleermuisonderzoek en de Vleermuiswerkgroep Nederland, in het duister op pad om vleermuizen te ontdekken. Nu is er een vloed van gegevns verzamed waarmee gedrag, gewoontes en vooral voorkomen van vleermuizen in Nederland redelijk goed in beeld zijn gebracht. Tijd voor een publicatie en de KNNV bracit daarom de Atlas van de Nederlandse vleermuizen uit. De teksten zijn helder, ook begrijpelijk voor de geintresseerde leek, de vele illustraties zijn van uitzonderlijke kwaliteit en het allerbelangrijkste: het boek geeft de laatste stand van zaken waar hit de kennis van vleermuizen in Nederland betreft. Het maakt ook duidelijk dat er neg veel te ontdekken valt. Het verhaal over de echolocatie waarmee vleermuizen hen prooi vinden, is hier te simpel verteld. Sommige soorten ruiken hun prooi ook, prooidieren verdampen onder invloed van vleermuisgeluiden intenser geurstoffei. Sommige insecten wapenen zich tegen ontdekking door zich te hullen in een dk dempend vachtje of gaan als stoorzender optreden. Weidevogels in beeld, J. van Gelder. KNNV Uitgeverij, Utrecht 1997. 32 blz. Prijs f 9,95 Dit boekje geeft niet alleen informatie: het wil de lezer vooral helpen veel plezier e beleven aan de weidevogels. Het bevat goede en beknopte informatie over uiterlij geluiden, baltsgedrag, voedsel en speciale kenmerken. Dit samen met gekleurde afbeeldingen, die het herkennen vergemakkelijken. Alle besproken 15 soorten staan op een handige uitklapkaart bij elkaar. Door het kleine formaat handig mee te nemen in het veld.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1997 | | pagina 38