schorren. Deze plantaardige produktie wordt
opgenomen door grazers. Dit zijn bijvoorbeeld
Grauwe ganzen op het schor, bodemdieren als
de kokkel in het slik of zoöplankton. Zoöplank
ton en bodemdieren vallen dan op hun beurt
weer ten prooi aan predatoren (vogels, vissen,
e.a.).
Door diverse omstandigheden is de productie
van fytoplankton soms vrij klein en vormt het
zwevend dood organisch materiaal de belangri
jkste voedselbron voor de hogere trofische
(voedsel) niveaus.
Het fytoplankton r'
bestaat uit verschil
lende soorten wier-
tjes die in het water p|
rond drijven. Op de
bodem komen, op
sommige plaatsen,
grote aantallen
kiezelwieren voor, die
een bruine mat op het
slik kunnen vormen.
Het Schelde estu
arium vervult een be
langrijke kraamfunc-
tie voor verschillende
zeevis soorten. In
mei/juni paren volwassen tongen in ondiepe
gedeelten en kustgebieden van de Noordzee. De
larven zwemmen het estu-arium binnen en
bereiken vooral in het brakke deel van het estu
arium hoge dichtheden. De Westerschelde is
niet alleen een kraamkamer voor Tong, maar
ook voor Schol. Grijze garnaal, Zeebaars, enz.
Lijkt het slik op het eerste gezicht weinig leven te
bevatten, na het zeven van wat zand en slib
blijven grote aantallen bodemdieren op zeef
achter. De Kokkel komt zeer algemeen voor in
het mariene deel van het estuarium waar hij het
grootste deel van de biomassa's van de bo
demdieren uitmaakt. De Kokkel is zeer belan
grijk als voedsel voor de Scholekster, de Kanoet
strandloper en verschillende vissoorten. Zelf
leeft hij vooral van fytoplankton die hij uit het
water filtreert.
Vogels zijn één van de troeven van de Wester
schelde. Getijden rivieren zijn van cruciale bete
kenis voor trekvogels, wintergasten en
broedvogels. Tijdens de doortrek- en winterperi
ode worden in het Schelde estuarium meer dan
150.000 watervogels geteld! Het gaat hier voor
namelijk om steltlopers, eenden en ganzen.
Overige soorten watervogels zoals Duikers,
Futen. Aalscholvers e.a. komen slechts in kleine
aantallen voor. Meeuwen worden hierbij niet
meegeteld.Vele vogels zijn hier echter niet altijd
aanwezig. De Schelde is een stop- of pleister
plaats waar trekvogels van duizenden kilome
ters ver verpozing en eten zoeken.
Hoe meer droogval
lende platen en
l slikken, des te meer
voedsel er is voor vo
gels. En elke soort
heeft zijn eigen
voorkeur. Als er vari
atie is in het aanbod
van voedsel in het
water en in de bo
dem, ontstaat er
vanzelf variatie in de
soorten vogels, vis
sen en andere dier-
Foto: Alex Wieland s00rten-
Die dieren hebben
natuurlijk nog meer behoeften, bijvoorbeeld
schuilen voor gevaar, rusten, slapen, ruien,
broeden en jongen groot brengen. De ene soort
zoekt daarvoor een afgelegen kale zandvlakte,
de andere soort juist de beschutting van be
groeid schor. De zoute schorren in het westen
waren vroeger bij uitstek het leefgebied van
Smienten, Wintertalingen en Pijlstaarten. Het
ondiepe water rond de platen en in de brakke en
zoete schorren is een typisch leefgebied van
vissen, garnalen en allerlei bodemdieren. Platen
en slikken worden door zeehonden gebruikt als
rust plaats.Zo hangt de variatie in planten- en
diersoorten sterk samen met de afwisseling in
patronen van het landschap.
Gevolgen van uitdiepen van de scheepvaart
geul in de Westerschelde
Door inpoldering van veel gebieden in het
verleden, zijn de bergingsmogelijkheden voor
het water bij hoogwater afgenomen, met als
gevolg een afname van de komberging. Dit is
10