(aanplanten bossage, omzetten kreekoever in
akkerland en ontwatering) nog slechts 1 paar
kieviten en vermoedelijk 1 paar scholeksters tot
broeden. De actuele broedvogelstand bestaat uit
Kleine Karekiet, Rietzanger, Rietgors, Blauw-
borst, Veldleeuwerik, Gele Kwikstaart, Graspie
per, Wilde Eend, Dodaars, Meerkoet, Water
hoen, Fazant. Patrijs, Kievit, Tjiftjaf, Fitis, Ek
ster, Koolmees, Pimpelmees, Zwartkop, Gras
mus, Tuinfluiter. In de winter zijn in het gebied
Kuifeend, Tafeleend, Dodaars, Wilde Eend,
Bergeend, Blauwe Reiger, Meerkoet, Water
hoen, Grauwe Gans en Kolgans te vinden. Deze
vogelsoorten worden minder bedreigd dan de
soorten waarvoor het inrichtingsplan is
gemaakt. Voor een deel van de al aanwezige
soorten wordt het gebied na het uitvoeren van
het inrichtingsplan geschikter.
Wat betreft de flora valt te melden dat in het ver
den snavelruppia, spiraalruppia en zeeaster
voorkwamen. Momenteel komen nog enkele
plukjes zeeaster voor, maar het merendeel van
de vegetatie rondom de kreek bestaat uit riet.
Momenteel staat het beheer van het gebied in
het teken van de landbouw. De landbouwgron
den die verder gelegen zijn van de zeedijk en de
kreek zijn egaler en beter verkaveld, dus ge
schikter voor de landbouw. Gewassen die op de
landbouwgrond verbouwd worden zijn: gras
zaad, wintertarwe, aardappelen en suikerbieten.
De ontwatering in het gebied is geheel gericht
ten gunste van de landbouw. Er lopen diverse
watergangen en slootjes die uitmonden in het
kreekrestant. Het waterpeil in de slootjes is
af-hankelijk van de situatie buitendijks. Aan de
westzijde van het kreekrestant staat een stuwtje
waar het waterpeil in oktober 1996 0.80 meter
-N.A.P. was. Hierna komt het water in een
leiding die het afvoert naar de Otheense kreek,
via een gemaal komt het dan terecht in de
Westerschelde. In de Westerschelde is de wa
terstand bij laagwater 2.00 meter - N.A.P. bij
hoogwater is het 2.00 N.A.P. bij extreem
hoogwater kan het 2.50 N.A.P. zijn. Het chlo
ride gehalte van het water uit de kreek, ligt rond
de 1500 tot 2000 milligram/liter (meting novem
ber). Dit geeft aan dat het water licht brak tot
brak is. De zoute kwel wordt onderdrukt door de
zware bovengrond en door de diepe ontwatering
in de polders. De bodem van de kreek is
waarschijnlijk niet diep genoeg om de zoute
kwel weg te vangen. Er zijn geen grondwater
stand metingen beschikbaar.
De bodem van het gebied bestaat uit klei. In de
ondergrond komt op verschillende plaatsen
zand voor en onder de zeedijk bevindt zich een
veenlaag (mondelinge mededeling Water
schap). Geologisch gezien is het een kalkrijke
Duinkerke lllb afzetting, die van boven naa'
be-neden toe, lichter wordt. Het moedermateri
aal bestaat uit fijn zeezand. Op de geomorfolo
gische kaart van het gebied zijn de volgende
codes te vinden 3L20 (welvingen en geti
jafzettingen) en 2R13/14 getij (kreek)bedding,
zee-erosiegeul.
De grondwatertrap is VI, dit wil zeggen dat de
gemiddeld hoogste grondwaterstand 0.40 metei
- 0.80 meter onder maaiveld is en de gemiddeld
laagste grondwaterstand dieper dan 1.20 metei
onder maaiveld is.
Onderlangs de zeedijk loopt een weg waarlangs
twee parkeerplaatsen liggen. Deze parkeerplaat
sen worden vooral gebruikt door vissers die
langs de Westerschelde vissen. Daarnaast die
nen de parkeerplaatsen als illegale stortplaats.
In tegenstelling tot wat in het plan Herstel
Natuur Westerschelde staat is er geen boerderij
aanwezig in het gebied, wel een schapenstal!!
De grond is momenteel in eigendom van parti
culieren, verzekeringsmaatschappij de AMEV en
van het Waterschap de Drie Ambachten.
Bij navraag bij de Delta Nutsbedrijven in
Terneuzen bleken er geen elektriciteitskabels,
telefoonkabels, gas- en waterleidingen door het
gebied te lopen.
Doelstelling inrichtingsplan
Met het uitvoeren van dit inrichtingsplan wordt in
combinatie met de kreek een licht brak, brak tot
zout gebied van ongeveer 34.3 hectare gere
aliseerd met slik, ondiep en diep water. Het
dient als binnendijks compensatiegebied en
heeft een grote relatie met de Westerschelde.
De natuurwaarden van het gebied worden met
het uitvoeren van dit project sterk verbeterd.
Daarnaast kan het gebied een belangrijke recre
atieve functie vervullen.
De voornaamste doelstellingen zijn:
broedgebied voor pioniersvogels (vogels
die broeden op de kale grond, op de grens
van water en land zoals Kluut, Strandple-
vier, Bontbekplevier, Kleine Plevier, Schol-
16