eï-J groeiplaats voor zout- en brakwaterflora.
1
r ekster en Visdief);
foerageer gebied voor trekvogels en winter-
el gasten o.a. Zwarte Ruiter, Groenpootrui-
n I ter, Witgatje, Oeverloper, Kluut, Rosse
n I Grutto);
biotoop voor rugstreeppadden;
De overige doelstellingen zijn:
leefgebied voor brakwater- en zoutwater
fauna;
hoogwatervluchtplaats;
ontwikkeling van overige natuurwaarden;
herstel cultuurhistorische waarden;
recreatief medegebruik.
Aan de zuidzijde van het gebied komen enkele
ondiepe plasjes.
Deze bieden onderdak aan een populatie rug
streeppadden. Deze populatie is afkomstig uit
Terneuzen (zwembad) en is door bebouwing
steeds verder oostwaarts gedreven. Momenteel
zitten ze in een sloot onder de zeedijk en in
enkele plasjes in de nieuwbouwwijk Nieuw Othe-
ne. In 1996 maakten de rugstreeppadden
samen met diverse soorten zeldzame libellen
dankbaar gebruik van deze plassen. Het zal
waarschijnlijk niet lang duren of deze plasjes
zitten vol met vissen die graag een rugstreep-
paddelarve verorberen. In Zeeland komen
slechts enkele populaties rugstreeppadden voor
waaronder enkele in inlagen. In Zeeuws-
Vlaanderen is het de enige nog resterende po
pulatie, daarom noodzakelijk om snel actie te
ondernemen.
Door de brakke kwel die onder de zeedijk door
gaat en uitkomt in de kreek kan er een geschikt
biotoop ontstaan voor planten die houden van
een hoog zoutgehalte: snavelrupia, spriraalru-
pia, zilte waterranonkel, dunstaart, echte
heemst, selderij, zilt torkruid, zilte zegge en zilte
rus. Binnendijkse zoutwatermilieus zijn nauwe
lijks aanwezig in Zeeuws-Vlaanderen en tegen
woordig behoorlijk zeldzaam.
De overige doelstellingen vormen niet de hoofd
doelstelling maar kunnen eenvoudig gere
aliseerd worden door het uitvoeren van de
hoofddoelstelling.
Recreatief medegebruik van het gebied is mo
gelijk. Het gaat hierbij vooral om natuurgerichte
recreatie en natuureducatie. Mensen kunnen om
het gebied heen wandelen/fietsen via een
(wandel)pad dat om de buitenkant van het ge
bied loopt. Tussen het natuurgebied en het
(wandel)pad ligt de slaperdijk die wordt voorzien
van een afscheiding om te belemmeren dat
mensen het gebied in gaan.
Vanaf verschillende punten kan het gebied
overzien worden en er wordt uitleg gegeven over
verschillende specifieke kenmerken van het ge
bied. De recreatie mag in geen enkel geval de
natuurwaarden bedreigen.
Te nemen maatregelen
Om aan de gewenste doelstellingen te voldoen
zijn de volgende maatregelen nodig:
verwerven grond;
maaiveld verlaging;
verwijderen verharding, beplanting;
inrichting van het gebied.
Bij het maken van het inrichtingsplan is als eis
gesteld dat de zeedijk, de weg onderlangs de
zeedijk en de locatie waar het stuwtje ligt
gehandhaafd blijven. Daarnaast is er, een buffer
zone (geen ontgraving) tussen de zeedijk en het
gebied gehouden, ter bescherming van de zee
dijk. Het inrichtingsplan berust op het hydrologi
sche gedeelte op aannames, nader onderzoek is
dus nog noodzakelijk.
Inrichting van het gebied
De inrichting van het gebied is sterk afhankelijk
van de hoeveelheid kwel die aan de oppervlakte
komt. Dit is op voorhand moeilijk in te schatten,
zodat nader onderzoek nog nodig is.
In eerste instantie wordt de oude kreekloop
zoveel mogelijk hersteld en uitgediept. De oe
vers van de kreek worden afgevlakt waarbij de
verlandingsvegetatie wordt verwijderd. Daarna
wordt de grond die rondom de kreek ligt afge
graven (ontkleid) waarbij zoveel mogelijk het
natuurlijke profiel wordt gevolgd. Lokaal ver
schijnen er ondiepe plassen, piasbermen en
slikranden die onder invloed staan van zoute
kwel. Ook ontstaan er eilandjes waar schelpjes
op worden gestrooid. Deze eilandjes vallen in
het broedseizoen droog en dienen als broed
gebied voor pioniersvogels. De eilandjes worden
omgeven door water dat in verbinding staat met
de kreek, dit om predatoren te weren. De gren-
17