e Voorbeelden van activiteiten binnen agrarisch natuurbeheer 6 Hieronder staan nog enkele voorbeelden van activiteiten die onder agrarisch natuurbeheer vallen: in het algemeen: alle aanleg en onderhoud van landschapselementen; het niet bemesten en niet sproeien van akker- en graslandranden ten gunste van dieren en bloeiende planten; het plaatsen van nestkasten (bijvoorbeeld 1 kerkuil) of aanbrengen voorzieningen voor zwaluwen; het creëren van bloemrijke bermen, dijken 1 en slootkanten door een gunstig maaibeheer; het beschermen van akker- en weidevo gelnesten; het creëren van ruige overhoeken op het erf als beschutting voor dieren en waardplanten voor bijvoorbeeld vlinders; het aanplanten van rijk bloeiende en besdra- gende planten voor insecten; het maken van schuilplaatsen voor dieren in houtrillen; aanleg en onderhoud van veedrinkput ten gunste van amfibieën; aanleg en onderhoud van hoogstamboom- gaard als leefgebied voor verschillende dieren zoals steenuil, egel, insecten en vo gels; ganzenopvang; inzaaien van een akkerrand met een in heems bloemenmengsel; perceel braak laten liggen ten gunste van vogels, insecten, kleine zoogdieren; laten liggen van oogstresten voor ganzen en wilde zwanen; etc. Waarom agrarisch natuurbeheer? Het behoud van natuur- en landschapswaarden is belangrijk, dat is duidelijk. Maar een heden daags bedrijf kan niet alleen daar naar kijken. Er moet nog steeds brood op de plank komen. Toch heeft agrarisch natuurbeheer voor de land bouw een aantal aantrekkelijke kanten: het kan een interessante optie zijn wanneer er bijvoorbeeld binnen het bedrijf terreinen met natuurlijke produktiebeperkingen zijn; beheer kan in bepaalde gevallen een extra bron van inkomsten zijn; in sommige gevallen zijn er mogelijkheden voor verdergaande specialisatie in de bedrijfsvoering (combinaties van be heerslandbouw met eco-vee, biologische landbouw e.d.); bijdrage aan oplossen van wildschade (bijvoorbeeld ganzenopvang); bijdrage aan "schone landbouw". Dat is goed voor het imago van de sector en heeft een positieve uitwerking op de maat schappelijke en politieke positie en afzetmarkt (keurmerk); in sommige gevallen heeft het een gunstig effect op nevenactiviteiten als recreatie (minicamping), educatie (rondleiding), en verzorging (therapie) in samenwerking met een zorginstelling; het vergroot de aantrekkelijkheid van de eigen leefomgeving voor wonen en werk en de betrokkenheid van boeren bij de natuur- en landschapszorg. Dat laatste is belangrijk voor uitvoering van het natuurbeleid en de verstandhouding tussen boeren en natuur bescherming; kan positief neveneffect hebben op recre atie. Natuur-en milieucoöperaties Een boer kan individueel op zijn eigen bedrijf met agrarisch bedrijf bezig zijn. Ook komt het voor dat boeren bepaalde werkzaamheden zoals maaien van dijken voor een natuurbeherende instantie uitvoeren. Een tendens die zich vooral buiten Zeeland voordoet is en binnen Zeeland schoorvoetend op gang komt, is dat boeren zelf milieucoöperaties of natuurverenigingen oprichten. Dit is bijvoorbeeld het geval in West Zeeuws-Vlaanderen (Agrarisch West Zeeuws- Vlaanderen) en in de Zak van Zuid-Beveland (Milieucoöperatie Zak van Zuid-Beveland). Boeren kunnen op die manier gezamenlijk ac tiviteiten ontplooien. Een aaneengesloten ge bied waarbinnen alle boeren bijvoorbeeld een zelfde maaibeheer van dijken uitvoeren -bijvoorbeeld een maaibeheer gericht op het ont-wikkelen van bloemrijke dijken ten gunste van vlinders-, heeft duidelijk een meerwaarde, ten opzichte van losliggende dijken met een dergelijk beheer. In sommige gevallen is het

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 21