J Sfuiaki! Definitieve onderzoekslocaties 1 Anna Vosdijkpolder 2 Beoosten Blijpolder 3 Eendragtpolder 4 Delingsdijk 5 Hooglandpolder 6 Hoofdplaatpolder 7 Jonkvrouw Annapolder 8 Melopolder 9 Quarlespolder 10 St. Philipspolder 11 Willem-Annapolder 12 Autrichepolder Windmolens: een landschappelijke aantasting van formaat Door: Henk Castelijns In de Schelde Nieuwsbrief van december 1997, een uitgave van het Schelde Infor matiecentrum, stond een artikel met de titel "Windenergie in en om de Westerschelde: een droom of een nachtmerrie". In het artikel staat dat er een Milieu Effect Rapportage (MER) aankomt over locaties waar grootschalige opwekking van windenergie plaats zou moeten vinden. In gewoon Neder lands: er wordt onderzocht waar er in Zee land windmolenparken gaan komen. Volgens het bij het artikel geplaatste kaartje in de oostelijke helft van Zeeland! Van de twaalf potentiële locaties liggen er immers tien daar (zie kaartje). Waarom in het oosten, de heersende windrichting is toch west? Vinden toeristen windmolens in het landschap dan niet mooi staan? Het artikel geeft er geen antwoord op, maar vermeld wel dat vogels van wind molens niets hebben te vrezen. Dat argument mag niet meer worden gebruikt! Kom nou, vo gels vliegen dan wel niet massaal tegen een windmolen op, maar een hoogwatervluchtplaats onder een windmolen heb ik nog niet gevonden en in de nabijheid ervan foeragerende en broe dende watervogels al evenmin. Nee het argu ment voor dat is pas sterk. Wel 12 van de huishoudelijk benodigde elektriciteit kan door windenergie worden opgewekt! Hoeveel van de totale Nederlandse elektriciteitsbehoefte dat is, stond er echter niet bij. Zo voor de vuist weg hooguit enkele procenten veronderstel ik. En als het om de totale energiebehoefte gaat, zou het wel eens om alleen cijfersachter de komma kunnen gaan. Daar wens ik het landschap niet aan op te offeren. Dat kleine beetje besparing op de uitstoot van kooldioxide, want daar gaat het uiteindelijk om, is toch wel op een andere manier te verdienen? Waarom wordt er geen einde gemaakt aan het al maar toenemende energieverbruik? Als we nu bijvoorbeeld eens beginnen met een forse verhoging van de be lasting op allerlei nutteloze apparaten zoals zon nebanken, afwasmachines en buitenverlichting, dan hebben we die paar procent zo verdiend en kunnen we intussen zoeken naar andere vormen van energie die zowel duurzaam als landschap pelijk verantwoord zijn. Bovendien worden con sumenten zich dan bewust dat er grenzen zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 27