aan de groei en dus ook aan het energiever bruik. Zonder een bewustwordingsproces gaat het misschien wel dezelfde kant op als met het gebruik van spaarlampen, meer licht voor het zelfde geld. En als er dan toch windmolens moeten komen, zet ze dan op een industrieterrein want daar horen ze thuis.Het landschap aan zo'n geringe besparing opofferen, zie ik niet zitten. Waarom heel wat milieu- en vaak ook natuurbescherm ers dat nou ineens wel willen, begrijp ik niet. Mis-schien stamt dat nog uit de tijd dat zo hier en daar bij een goedbedoelende boer of burger een molen stond die niet veel hoger was dan een boom. Maar nu het inmiddels om molens van een veel groter formaat gaat, ze zijn tegen woordig wel 75 tot 125 meter hoog, zouden ze er toch wel anders over moeten gaan denken. Ik vind dergelijke molens een landschappelijk aan tasting van formaat en hoop dan ook dat veler hiertegen in het geweer te komen. Opwekking van energie met behulp van wind molens beschouw ik als een industriële activiteit die dan ook op of nabij de bestaande industri eterreinen thuishoort. Zet ze mijn part op de zeedijk bij DOW, langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen, in de haven van Breskens, maar niet in de nu nog open gebieden en zeker niet bij grote vogelconcentraties langs de Ooster- en Westerschelde, waarvan er overi gens vier de inspraak ingaan. Mijn enige hoop is het Provinciaal Bestuur, laat die de inspraak maar op dezelfde wijze aan pakken als bij het Natuurherstelplan Wester schelde, dan komt er van windenergie zo goed als niets terecht en blijven in ieder geval de locaties aan het Hellegat en nabij Saeftinghe van windmolens gevrijwaard. WERKDAG VOOR VRIJWILLIGERS OP DE HOOGE PLATEN Zoals waarschijnlijk bij de meesten wel bekend, bevindt zich op de Hooge Platen, in de monding van de Westerschelde bij Nummer Een, een broedvogelkolonie, die vooral bevolkt wordt door vogels zoals de Dwergstern, Grote stern en Visdief. Deze wordt beheerd door de Stichting "Het Zeeuwse Landschap". Het is de laatste jaren traditie dat voordat het broedseizoen aanbreekt er door de stichting een werkdag voor vrijwilligers georganiseerd wordt om de stormschade van de afgelopen winter te herstellen en om nieuwe beheersmaat regelen uit te voeren. Vooral dit laatste zal dit jaar extra werk meebrengen... We gaan nu aan het 21e seizoen beginnen. Dat alle werkzaamheden uit het verleden, voor een belangrijk deel ieder jaar door vrijwilligers uit gevoerd, niet voor niets gedaan zijn, blijkt uit de aantallen broedparen van het seizoen 1997: Dwergstern 110 paar Visdief 1.000 paar Grote stern 2.000 paar Door: Jan Flagge Kokmeeuw 600 paar Kluut 30 paar Strandplevier 8 paar Scholekster 12 paar Vooral voor Dwergstern en Visdief betekent dit een duidelijke toename t.o.v. 1996. Datum: zaterdag 18 april 1998. Tijd: 09.30 uur, in aansluiting op de veer boot van 08.50 uur uit Vlissingen. Plaats: JACHThaven, Breskens. Terug: ongeveer 16.00 uur, enigszins afhanke-lijk van de werkzaamheden. Opqave: René Beijersbergen. Tel. Overdag 0117 - 453980 Jan Flagge, tel. 0115 - 618021 Gezien de capaciteit van de boot is het aantal deelnemers niet onbeperkt, Zelf zorgen voor: Voldoende conditie (geen kleine kinderen), eten en drinken, laarzen, re genkleding. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 28